Zowel paus Benedictus en paus Franciscus wijzen op twee kanten van de wetenschap en de technologie. Ze bieden buitengewone mogelijkheden tot verbetering van de kwaliteit van leven van alle mensen. Denk maar aan de landbouw, de medische wetenschap, de communicatietechniek enzovoort. Maar we kunnen niet ontkennen dat de atoomenergie, de biotechnologie, de informatica, de kennis van het DNA en andere talenten die wij hebben ontwikkeld, ons een huiveringwekkende macht geven. Wat meer is, zij geven degenen die de kennis en vooral de economische macht hebben om deze in te zetten, een indrukwekkende macht over het geheel van het menselijk geslacht en de wereld (LS 104). Maar de moderne mens is niet opgevoed tot een juist gebruik van die macht, want de immense technische groei is niet gelijk op gegaan met een ontwikkeling van de mens in verantwoordelijkheid, waarden en geweten (LS105).

Ons denken, en daarmee ook de samenleving en de politiek en wordt beheerst door economie, wetenschap en technologie. Daarbij staan wetenschap en technologie vaak in dienst van de economie en worden ze gebruikt om zoveel mogelijk winst te halen uit bijvoorbeeld te natuur. Wat voor effect het toepassen van techniek op de omgeving heeft, op andere mensen en toekomstige generaties doet dan niet ter zake. Deze houding noemt paus Franciscus één van de menselijke wortels van de ecologische crisis.

Toepassingen van techniek vragen altijd om een afweging, niet alleen die van kosten en baten, maar vooral ook een ethische afweging. De automatisering, de computerisering, en de robotisering kunnen ons veel zwaar of geestdodend werk uit handen nemen. Maar je kunt je afvragen of het niet aan het doorschieten is? Is het nog wel leuk boodschappen doen bij winkels zonder kassamedewerkers en je de boodschappen zelf moet scannen? Direct menselijk contact dreigt door allerlei technieken steeds minder te worden. Dat geldt ironisch genoeg ook voor de social media. Mensen raken hun baan kwijt, omdat die wordt overgenomen door computers of robots. De paus vraagt in Laudato Si dan ook heel terecht speciale aandacht voor arbeid. Want, zegt hij, arbeid ligt aan de basis van de relatie tussen de mensen en de wereld om ons heen. Arbeid is een noodzaak, niet alleen voor brood op de plank, maar het is ook een deel van de zin van het leven op deze Aarde, een weg van groei, menselijke ontwikkeling en persoonlijke verwezenlijking. Daarom moeten we arbeid niet vervangen door machines en robots (LS 128).

Een deel van de milieuproblemen kunnen we oplossen met technologische vernieuwingen. De laatste decennia is hiermee veel laaghangend fruit geoogst. Bodems zijn gesaneerd, rivieren zijn schoner geworden, auto’s worden zuiniger en schoner. Maar voor oplossingen rond het complexe klimaatprobleem zullen we ook hooghangend fruit moeten oogsten. Dat lukt alleen als we ook onze levensstijl veranderen en minder gaan consumeren. Dan kunnen technologische vindingen langdurige positieve effecten hebben. Overstappen op groene energie moet daarom hand in hand gaan met energiebesparing. Dus ook woningen en andere gebouwen isoleren en de verwarming een graadje lager. Het is onze menselijke waardigheid om ons niet achter de techniek te verschuilen.