De blogs van deze week gaan over de opdracht om redding te vinden bij gevaar; als we daar maar in willen geloven.

Het C- jaar
Velen zijn Lucas al voorgegaan. Hebben ‘dienaren van het woord’ die het zelf gezien hebben, laten vertellen wat er onder hen heeft plaatsgevonden. Lucas denkt dat hij als systematicus en schrijver alles nog eens nauwkeurig moet nalopen en meer orde in de getuigenissen moet aanbrengen. Zodat een Theophilus (=Teo-fiel= vriend van God) en de zijnen ook inzien dat die getuigenissen betrouwbaar zijn.

En zo laten we ons in het jaar 2018-2019 bij de hand nemen door Lucas en lezen en horen hoe hij de persoon van Jezus en zijn doen en laten ziet.
Misschien goed te bedenken dat sommigen Jezus als Messias zien, anderen als ‘zoon van de timmerman’, weer anderen als ‘JNRJ’ = Jezus [van] Nazareth Rex (=Koning ) van de Joden. Dus ‘zien’ en ‘zien’ is twee. Zoals ook geldt voor ‘betrouwbaarheid’ – er is een historische, een chronologische betrouwbaarheid, waarbij tijd en plaats ertoe doen. Er is ook de betrouwbaarheid van betrouwbare mensen. Het eerste is verifieerbaar, kun je checken. Het tweede slaat op mensen waar je in gelooft!

Motto: “Wo die Gefahr ist, wächst das Rettende auch”.
Deze woorden van Louise Rinser uit haar boekje: Die Aufgabe der Musik in der Gesellschaft von heute, S.26, zijn een perfect motto voor deze eerste Adventszondag: “Waar gevaar is, steekt redding de kop op”. Dat kun je zo als motto boven de liturgie van deze zondag zetten. Maar misschien zou je ook het schilderij “De Schreeuw” van Karl Munk als motto kunnen zien. Eén grote schreeuw om hulp. Ook het bovenstaande gedichtje van dit verder onbekende meisje past in deze context.

Er is ook nog een gebed van de Poolse dichter Stanisław Barańczak (November 13, 1946 – December 26, 2014). Het voelt soms wat raadselachtig dwingend, maar past bij de sfeer en thematiek van deze 1e Adventszondag. Hij geeft het als titel mee:
N.N.Tracht zich de woorden van een gebed te herinneren.
Onze Vader, die sprakeloos zijt, die doof zijt voor elke smeekbede, en ons laat weten dat de wereld nog steeds draait, enkel en alleen door het dagelijks loeien van de fabriekssirenes, spreek tot ons:
Dat meisje dat de tram neemt naar haar werk, in de goedkope regenjas, met drie ringen aan haar vingers, met de slaap die nog trekt aan haar oogleden, moet Uw stem horen, moet Uw stem horen, als zij tenminste nog voor een nieuwe dag wakker wil kunnen worden.

Onze Vader, die onwetend zijt, die niet eens neerziet op deze aarde, maar slechts in de dagbladen aankondigt dat het met de wereld, onze wereld, nog steeds goed gaat, zie neer:
De man daar aan tafel, gebogen over zijn pasteitje en glas wodka, met zijn avondkrant onder de jus, moet weten dat U ook weet, moet weten dat U weet, als hij tenminste nog een dag wil kunnen leven.

Onze Vader, die niet zijt, wiens naam zelfs nooit wordt aangeroepen tenzij in de kleine lettertjes van moraliserende brochures, omdat de wereld verdergaat zonder U, kom tot leven:
De man die naar bed gaat zonder al zijn leugens, angsten en daden van ontrouw te tellen, en al die onvermijdelijke en volledig gerechtvaardigde schaamteloosheden, moet geloven dat U bestaat, moet geloven dat U bestaat, als hij tenminste nog een nacht wil kunnen slapen,

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier