Met wie ben je verbonden? Wie mist je als je er niet (meer) bent? Daarover meer in de blogs van deze week.

Bij welk kraampje zou u uw kind zoeken als u het kwijt raakte in de stad? Bij botsautootjes, computer, baby-poppenspullen? Daar waar ‘t hart naar uit gaat. Maria en Jozef gaan in de tempel zoeken. En Jezus zegt, dat hij bij zijn Vader wil zijn. Ik wens ieder in het nieuwe jaar een echt thuis-kom gevoel.

Jezus “verlaat” het ouderlijk huis voor huis van zijn Vader.
Kind van God zijn overstijgt de familiale verbintenis en verworteling. Zie ook bij doop, waar je van je geboortehuis naar een ander huis gebracht wordt om gedoopt te worden, om met een ander sop overgoten te worden.

Jezus wordt gemist. Paniek! Maar als je nooit door niemand gemist wordt? Als je als het ware overbodig bent? Missen kan ook heel definitief zijn, zoals na het sterven. Dietrich Bonhoeffer, die weet dat hij voor het vuurpeloton gaat sterven, schrijft aan zijn ouders: “Je moet niet proberen de leegte met van alles op te vullen. Dat klinkt hard, maar het is ook een troost, want zolang de leegte werkelijk leeg blijft, blijf je daardoor met elkaar verbonden.”

(pastor Henk Bloem)

Verdwalen
Vroeger in de Efteling verdwaald, kwam je
al snel terecht – tenminste na gebed-
en vonden pa en ma je wachten, huilend bij
Lange Nek die alles overzag. En nu,

verdwaald op groter schaal, droom je
amorfe stukjes dag maar aan elkaar, je wacht,
handen in haar en mouwen, in de hoop
dat er in godsnaam niemand is die naar je zoekt.

(Anton Korteweg)

Meer verdiepingsteksten vindt u op de pagina met de lezing van komende zondag.