De blogs van deze week staan in verband met de lezingen van komende zondag en gaan over verrijzenis, getuigen, bezit  en kijkers-lezers-zieners.


Verrijzenis

Willem Jan Otten schreef: De Kerk is een kloek, broedend op een ei (de Verrijzenis) dat groter is dan zij. Dat van die kloek is herkenbaar. We spreken van ‘onze moeder de kerk’, omdat we ons ‘leven’ danken aan de kerk, terwijl we ook weten dat de kerk zich vaak helemaal niet moederlijk of vaderlijk gedragen heeft! Niet voor niets benadrukt deze Paus dat kerk ‘als vaderhuis voor ieder die het zwaar heeft’ en als een ‘moederlijke kerkelijke omgeving’ moet zijn. (zie: De vreugde van het Evangelie, No. 139-40)

Het Paasei van de Verrijzenis moet in/door de kerk uitgebroed worden. Uitbroeden, dat is een proces, geen instant gebeuren. En dan is het ei ook nog eens groter – dus je moet niet alles van de kerk verwachten. Ze is er geen heer en meester over, heeft het ei niet zelf gelegd. Maar ze dankt er haar bestaan aan. Zonder verrijzenis zou er geen kerk zijn, wij geen christenen zijn.

 

Getuigen

De hedendaagse mens luistert liever naar getuigen dan
naar meesters, of wanneer hij luistert naar meesters,
dan komt het omdat zij getuigen zijn.’
(Paus JP II, De eerste dag van het godgewijde leven,  1997)

Het woord ‘getuigenis’, of ‘getuigen voor’ stamt uit de juridische wereld. Daar worden getuigen opgeroepen die met eigen ogen en oren hebben gezien, gehoord en daarvan willen getuigen. ‘Met grote kracht’ (Hand. 4.33) getuigen de apostelen van zijn verrijzenis. Dat getuigenis blijft klinken, ook in een tijd die in toenemende mate door zwijgen lijkt te worden gekarakteriseerd.

 

Er was geen enkele noodlijdende onder hen”.

Eigendom, recht op bezit is
recht op diefstal! Recht op leugens!
Onzin zo vermengd met sluwheid
kan alleen de mens bedenken.

De natuur kent geen bezitters
immers – iedereen komt zakloos
zonder dat zijn vacht één zak heeft
in het dierenrijk ter wereld.

Eén die veel bezit zal snel
tot nog groter welstand komen
wie maar weinig heeft, hem wordt
ook dat weinige ontnomen

Maar wanneer je niets bezit
laat je dan maar liever kisten
recht om te bestaan, proleet
hebben slechts kapitalisten

(H.Heine (1997-1896) Ein Sommernachtsstraum gedicht: Ata Troll)

 

Kijkers – Lezers – Zieners

In het museum komen:
– Kijkers. Ze hebben al snel hun oordeel klaar: wat een  raar schilderij! En houden ‘t al snel voor gezien.
– Lezers. Ze hebben een catalogus gekocht en controleren steeds of de werkelijkheid met de catalogus klopt.
– Zieners. Geven hun ogen de kost, zien ook de binnenkant. Zij ‘zien wat ze weten en weten niet wat ze zien’.

 

(Henk Bloem)

 

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag lees hier.