Toen, terwijl hij sprak,
werden zijn veren witter en witter,
totdat ze zo stralend helder werden,
dat geen meeuw meer naar ze kon kijken
Jonathan Livingstone; ‘Zeemeeuw’, 61
Toen, terwijl hij sprak,
werden zijn veren witter en witter,
totdat ze zo stralend helder werden,
dat geen meeuw meer naar ze kon kijken
Jonathan Livingstone; ‘Zeemeeuw’, 61