Schriftlezingen: Jes. 50.4-7; Luc. 22.14-23, 56

Palmzondag, Witte Donderdag
Goede Vrijdag, Stille Zaterdag
Paaszondag.

In het spoor van Jezus beginnen wij vandaag ook voetje voor voetje deze laatste week. Vandaag:

a) De intocht in Jeruzalem. (Lukas 19.29 vv) Een triomftocht (vers 36) maar tegelijk blijkt een grote tweespalt en kloof tussen de ‘Leiders’ en het gewone volk. (zie 19.47-48) In Utrecht was op 22 maart een stille tocht van zo’n 16.000 mensen, de burgemeester voorop, allemaal een bloem in de hand om op de plaats van de aanslag te leggen, en zo te laten zien: Utreg buigt nooit.

b) Dan de maaltijd des Heren waarbij Jezus zichzelf als ober, als knecht des huizes voorstelt. Lukas ziet de kloof tussen hogere en lagere klasse, tussen hoog opgeleid en… tussen betere buurt en… tussen werkgevers en werknemers. Hij weet hoe mensen op elkaar neer kunnen kijken, en ziet hoe dat mensen vernedert en gevangen houdt. Zo mag het onder u niet zijn.

c) Dan de gedachtenis van zijn sterven – want hij komt niet van het kruis af, hoe ze hem ook uitdagen – hoe ze hem op zijn eergevoel aanspreken. Na de aanvechtingen in de woestijn aan het begin van zijn zending krijgt hij nu nog een laatste kans ‘om zichzelf te redden’(23.32vv). Pater Frans van de Lugt, en vele anderen, weigeren hun eigen hachje te redden en weg te gaan uit gevaarlijke gebieden en aanvaarden alle consequenties en situaties; zij blijven bij en samen met de mensen waar ze bij horen.

Esther Gerritsen zegt: “Ik probeerde net zo goed als Jezus te zijn. Maar dat bleek onmogelijk. We doen van alles fout en we schuiven bovendien graag anderen de schuld in de schoenen. Jezus deed daar niet aan mee. Hij zegt a.h.w. “Kom maar, ik neem wel alle schuld op me”, zodat wij niet onder onze fouten gebukt hoeven te gaan. Weet je wat zo erg is: veel mensen lijden aan wie ze zijn of denken te moeten zijn.”

d) Dan de paasmorgen: Hij leeft. De grote steen is weggerold. Het drukkende, het vernietigende breekt open en er is bliksemwit licht van een engel of een paar mannen van al zo hoge. Licht van Christus. Deze weg heeft toekomst. Deze weg is niet ten dode gedoemd; deze weg leidt naar het leven.

Het is een intensieve tocht. Intensief niet zozeer als historische herinnering van Jezus’ laatste dagen, maar omdat het appelleert aan wat wij van ons leven verwachten; waar wij op inzetten, wat wij zoeken in Jeruzalem. Ik wens u een goede week.

Intocht in Jeruzalem.
Voor Lukas is dit hét moment. Het hele evangelie groeit a.h.w. naar Jeruzalem toe. Zijn ouders dragen hem in de tempel op en hij is er bijna niet vandaan te slaan: “Wist je niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?” (2.49). Gedreven door de Geest – die hij bij de doop ontving – begint hij in Galilea en richt zich vanaf Lucas 9.51 helemaal op Jeruzalem. Daar gaat het om – kijk maar. Na zijn doop gaat hij gedreven door de Geest aan de slag in Galilea en vanaf 9.51 op naar Jeruzalem. Daar gaat het om. En wat er ook gebeurt of gezegd wordt, dat einddoel staat hem steeds voor ogen. Kijk maar: 13.22; 17.11; 19.28, en als hij dichtbij Jeruzalem is gekomen (19.29) noteert Lucas stap voor stap:
19.37 Hij kwam steeds dichterbij de stad……
19.41 Toen Hij, vlakbij gekomen, de stad zag
19.45 Hij ging de tempel binnen…:
Zo laat Lukas voelen hoe het Jezus om de tempel in Jeruzalem, om Gods wonen onder ons, gaat. Daar is de tempel voor: ‘het huis van mijn vader’ een huis van ‘God met ons’. Maar er is een rovershol (19.46) van gemaakt. Jezus wordt steeds explicieter in het afwijzen van Sadduceeën/Hogepriesters en Schriftgeleerden -van de bovenlaag, de elite. Hij verwijt hen dat het systeem, het geld, het instituut, de bovenlaag van leiders het hebben gewonnen van de Godsontmoeting! En dat terwijl – kijk maar in 19.48 – ‘heel het volk aan zijn lippen hing’.

Waar hebben we zo’n kloof, zo’n tweedeling meer gehoord? Ligt hier de reden dat we dit ieder jaar opnieuw vieren? Mensen – wij mensen – zijn namelijk hardleers.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier