Schriftlezingen: Job 38,1.8-11; 2 Kor. 5,14-17 en Marcus 4,35-41

Veertig retorische vragen vuurt de Heer God op Job af. In rustig, kalm weer spreek je op gelijk niveau met elkaar.  Maar als het stormt en heftige windvlagen om je heen vliegen, dan zijn er blijkbaar andere krachten. Dat is niet gewoon, maar buitengewoon. En zo’n storm wordt veelal aan hemelse of ook boze machten toegeschreven.
DE Heer spreekt tot Job in storm en wind, houdt hem retorische vragen voor: ‘Wie waagt… Waar was u… Wie stelde… en Job kan alleen maar zeggen: ‘Nee, ik ben te gering; wat moet ik zeggen’ (Job 40,4).

Paulus motiveert zijn 2e bezoek aan de Korintiërs: ‘Is er een verschil tussen de liefde VAN Christus en die van VOOR Christus?’ Kan het één zonder het ander? Zijn ze verwant aan elkaar?
Bij de liefde VOOR Christus, gaat ’t om de bewondering, om hoe hij geleefd, gestorven, present was met heel zijn leven voor mensen. Dat wil jij ook! Bij de liefde VAN Christus is de motivatie niet zozeer dat de Korinthiërs net als Jezus moeten worden. Veeleer moeten de Korinthiërs Christus liefde ontvangen, daardoor geboeid worden en ook andere mensen worden.
Bij de liefde VAN Christus blijkt Christus ‘liefde’ in de gave van zijn leven. Allen die Hem hierin volgen, zullen zelf ook andere mensen worden. Je moet hen niet naar menselijke maatstaven beoordelen. Puur menselijk gezien moet je soms constateren dat iemand dood is. Punt uit, dood is dood. Maar met de maatstaf van Christus liefde voor ons moet je zeggen: ik ben als martelaar voor God/Christus gestorven. Heb daarvoor mijn leven gegeven.

In het evangelie is het ook storm’. De leerlingen zijn bang, de storm gaat hun machten te boven; ervaren ze als bovennatuurlijke krachten. Jezus ontpopt zich als heer en meester van de storm wat bij de leerlingen vragen oproept: Wie is hij toch dat zelfs deze boze hemelse krachten hem gehoorzamen?
Storm wordt in de bijbel meermalen als teken van Gods aanwezigheid, werkzaamheid ingezet, ook als uiting van boze machten. Zowel in het oude testament – 2 Koningen 2.1vv; 1 Spreuken 1.27; Jesaja 28,2; 41.16 – als in nieuwe testament – Marcus 5,13 en paralellen en ook Handelingen 19. 29 en Mattheüs 8,32.


Emeritus pastor Henk Bloem