Schriftlezingen: Wijsheid 1,13-15; 2,23-24, 2 Korinthe 8.7.9.13-15 en Marcus 5,21-43

Mensen kunnen elkaar dood verklaren: ‘Voor mij besta je niet meer, ben je dood’. Kunnen een ander negeren alsof die niet meer bestaat. Kunnen een ander doodzwijgen. Dat zou de achtergrond kunnen zijn als het boek Wijsheid zegt: ‘Want God heeft de dood niet gemaakt’. Hij (- is God een: Hij? -) heeft juist alles geschapen om te bestaan, te leven, levensadem (Wijsheid 1,13) te geven.

Bij ‘geschapen om te leven’ hoort de keuze: maar wát voor leven. Gaat het dan om ‘gerechtigheid’ of zijn de goddelozen dan je richtsnoer. Zijn het de ‘goddelozen’ of juist de ‘rechtschapen’ mensen. De wijsheid kent deze twee polen: Niet zozeer in pure vorm-dat is demonisch-  vaker als een karaktertrek, een typerende eigenheid.

De missionaris Paulus zegt: ‘Als de bereidwilligheid er maar is, is alles welkom.’ 2 Kor 8,12 tekent ons een Paulus die ruimer is gaan denken (zie 2 Kor 2.1vv.) die meedenkt met de mensen van Korinthe en niet eenzijdig zijn boodschap aan de Korintiërs oplegt. U kent, schrijft Paulus, de liefde van onze Heer Jezus Christus. Hij is voor ons arm geworden. Het aanbod/voorbeeld van God/Christus is er. Nu nog óns wijze antwoord.


De Evangelie lezing

Jaïrus, een synagoge bestuurder, is niet direct Jezus ’vriendje. De synagoge en Jezus staan tegenover elkaar. Twee wegen. Een confrontatie. De vrouw die bijna alle hoop had opgegeven waagt nog een poging. En ja, er gaat een kracht van hem uit, zelfs van de kleren die hij aanheeft; je ruikt ’t bijna.
Jezus zelf wordt als het ware bevestigd in zijn roeping: het voelt alsof hij leegloopt, dat er kracht van hem uitgaat, en dan de zin waar het om draait: ‘Mijn dochter, uw vertrouwen’….. Het gaat niet om een vroomheids-vertrouwen, de vasthoudendheid is kenmerk van haar geloof.
Maar dan blijkt het dochtertje van de synagogebestuurder gestorven.  Dood is dood, niks aan te doen, jammer, te laat. Over en sluiten maar. Maar voor Jezus is het niet te laat, is ’t niet zinloos, bij een dode geroepen te worden, bij een dode te zijn.
Voor hem is ’t een breekpunt waarin eenvoudige mensen hun geloof laten zien. Hun geloof is getrouw, is standvastig, is vasthoudend. Hun geloof is niet een bevlieging.
Hun standvastigheid is belangrijk in de samenleving, is een concreet geloof, is trouw.

Emeritus-pastor Henk Bloem

Lees voor meer verdieping van de zondagslezing de Blogs van de week.