Schriftlezingen: Zacharia 9,9-10; Romeinen 8,9.11-13 en Matteüs 11,25-30

Het waren roerige tijden. Vol geweld en onzekerheid. Daartegenin kondigt Zacharia een ‘Rechtvaardige’ koning aan. Eén die als rechtvaardige ‘zegevierend’ is. Nederig. Laat zich vervoeren op een ezeltje; een ezelsjong waar geen enkele dreiging vanuit gaat. Dan wisselt de profetie van: ‘hij’ (de koning) naar ‘Ik’ (God? Messias?) die alle oorlogsgeweld uit Efraïm zal wegvagen. Tegenover ‘macht, geweld, eigenbelang’ staat een machteloze, nederige, rechtvaardige koning.
Hij kondigt vrede aan: Sjalom! Een ‘ontwapenende’ koning. Het Hebreeuwse ‘sjalom’ duidt op een vrede die meer is meer dan ‘staakt het vuren’. Men vraagt: ‘Mah sjalom’, ‘gaat het goed met je?’ Dan kondigt ‘hij’ een alles omvattende vrede aan. Is ‘hij’ de Messias?

De evangelielezing brengt een gebed van Jezus. Een dankgebed. Want, wie is er nu niet afgemat in deze wereld? De arme is afgemat van ’t werk, de rijke van het piekeren. De arme is afgemat omdat hij rijk wil zijn, de rijke omdat hij zijn rijkdom wil behouden en nog winst wil make. De minderbroeders van Assisi zochten geen economie van de groei – die rijken bevoorrecht en armen eronder houdt –, maar een economie van het nodige (H. van Munster, De mystiek van Franciscus, blz.94.)

Martin Buber schreef: We leven in een tijd van Gottesfinsternis. God is verduisterd, zeker na de Tweede Wereldoorlog. Ouderen kunnen, willen het geloof niet van jongs af aan doorgeven. Wie niet denkt dat hij iets mist, verlangt ook niet naar wat hij denkt te missen. Wat kan hij ons geven: “Leer van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart…” Mens keer terug tot de nederigheid van Christus en blaas jezelf niet op. “Ik zal u rust geven”, zegt Jezus. Hij jubelt het bijna uit: “Want mijn juk is zacht en mijn last licht.”

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.