Voorbede 8 & 9 juli, 2017
14e zondag door het jaar (A)

Schriftlezingen Zacharias 9.9-10 en Matteüs 11.25-30

Zacharia weet dat Gods oog over “alle mensen … en … alle stammen van Israel” (9.2) waakt. Dat geeft hem het vertrouwen om als profeet te zeggen dat er betere tijden zullen aanbreken. Sion, Jeruzalem, zal als een jonge vrouw jubelen en juichen.

De koning, misschien de incarnatie van God zelf, of van de Messias, komt eraan: “rechtvaardig en reddend”! “Rechtvaardig”, dat is nieuw, want men was willekeur gewend. En “reddend” (het Hebreeuws gebruikt het werkwoord waar de naam Jezus/Joshua = redden, vandaan komt), terwijl ze onderdrukking, en straffe hand gewend waren. “Nederig” (net als in Matteüs 11.29 van Jezus zelf), misschien is “zonder kapsones” een betere vertaling (ook de zaligspreking in Mat. 5.5), en “gering” – hetzelfde woord dat Maria in het Magnificat gebruikt als ze zegt: “Hij steekt de geringen in de hoogte!” Dus een koning, 180 graden anders dan ze gewend zijn! Op een ezel, niet zoals destijds in Egypte: “met paarden en wagens”. Al deze machtige wapens worden verwoest ten gunste van een universele vrede. Een hoopvolle uitspraak namens de Heer – niet alleen voor Jeruzalem.

Het Evangelie is een onthullend gebed van Jezus tot God. Hij noemt Hem “Vader” (niet: Koning, of Dictator) en onthult / openbaart Hem als “Heer van hemel en aarde”, met voorkeur voor de “kinderen”; volgens de context zijn dat de niet-wijzen en niet-verstandigen!!! (Kijk eens bij 1 Kor. 1.19). Tegenover de wijsheid die autonomie claimt, die zelf-standigheid betoont; afsluit van anderen, staat degene die in de ogen van de wereld een “kind” is, die echter open blijft, ontvankelijk en zich op God (kan) verla(a)t(en). Tegenover degenen die menen God in de zak te hebben, en aan anderen te kunnen opleggen, staan de mensen van de eerste gemeente die alles van God verwachten.

De exclusieve formulering  (en niemand kent…en niemand kent) onderstreept dat Vader en Zoon bij elkaar horen: zonder Vader geen begrip van Jezus en zonder Jezus geen begrip van God, de Vader. Het is zijn Vader! Niet van hem en ons samen – in het “Onze Vader” lijkt hijzelf niet ingesloten. Dat is ons gebed. En wie bij Jezus de vraag naar God weg zou laten, doet hem geen recht. Het interreligieuze gesprek wordt hier niet makkelijker door.

Vers 28 vv is aan het hele volk gericht: “Komt allen, die..”. “die zich afmatten”, “onder lasten gebukt gaan”. Zijn juk, dat betekent zijn interpretatie van de Thora, is licht en zacht want hij is: “zonder kapsones” en “gering”. In tegenstelling met de Farizeeën en schriftgeleerden die anderen een juk opleggen en het zelf met geen vinger aanraken, (Mat. 23.4 en Gal. 5.1) neemt Jezus zelf het juk ook op. (mijn!! Juk.) De wet blijft dezelfde, maar de wijze waarop is anders. Een belangrijk thema in een tijd waarin velen menen dat de puntjes maar weer eens op de “i” gezet moeten worden. Wat zijn we dan blij met de benadering van paus Franciscus. (Henk Bloem)

“zachtmoedig en zonder kapsones”

Hier kan de vermaning van C.S.Lewis geen kwaad:

“Humility is like underwear:

 essential, but indecent if it shows”.