Schriftlezingen: Deuteronomium 30.10-14; Colossenzen 1.15-20; Lucas 10.25-37

Gods Woord is de mens in het hart geschreven, (zie Jer. 31.33-34) op de tong gelegd als voedsel (zie Ezech. 3.1-11). Je hoeft ’t niet van buiten te leren – je draagt het van binnen met je mee. Het is als het ware in je gegrift – je ‘geweten’ vertelt het je wel. Natuurlijk kun je het vervormen – naar eigen hand zetten. Maar Gods geboden zijn ons rakelings nabij. We worden er niet door overvraagd! Jacob Neusner zegt in ‘Meet our sages’ dat de Torah en onze natuur beide schepsels Gods zijn en niet los van elkaar gezien kunnen worden. En bij ’t TV- programma ‘Praatjesmakers’ antwoordde een kind: “KUNST is weer gaan doen wat je vroeger is afgeleerd”. Zou dat ook voor Gods Woord gelden? Een soort thuiskomen?

De ‘eerwaarde’ status, hun hoge idealen, hun ‘uitverkoren volk’ zijn, schuift zich tussen henzelf en het halfdode slachtoffer in. Dat is als een schild dat hulpbehoevenden op een afstand houdt! Alle drie zien het slachtoffer! Maar priester en leviet gaan “anti voorbij” (Grieks: antiparelthen), zoals bij antipathie. Hun religieuze vooroordelen, wetten vormen een muur. De bubbel – of de ‘zuil’? – waar ze in zitten, houdt hen ver van slachtoffers en dood! Multatuli schrijft in ‘Max Havelaar’: “Wie de juiste formule maar gevonden heeft, kan ongestoord een schoft zijn.”

De allochtoon, een Samaritaan: esplagchnisthé, – een passieve vorm – wordt geraakt; wordt er ‘beroerd’ van’! ‘t Grijpt hem aan. Het logo van het ‘Jaar van de Barmhartigheid’ laat Jezus met hetzelfde oog kijken als het slachtoffer. Dát is barmhartigheid/mededogen: Zien wat de ander ziet, in zijn/haar schoenen staan, doormaken wat zij/hij doormaakt. Dat maakt dat je naaste wordt (Grieks: gegonenai, vers 36). Je kunt wel zeggen dat je de naaste bent, maar je wordt het pas als je ernaar handelt. Bij de Samaritaan zit er geen formule, geen zuil tussen – hij kan nog ‘geraakt, bewogen’ worden. Geen wonder dat Lucas een hoge achting voor Samaritanen heeft.

De wetgeleerde krijgt op het eind de naam ‘Samaritaan’ niet over zijn lippen, en omschrijft: “degene die hem barmhartigheid heeft bewezen”. Daarmee slaat het wel op iedereen die zo doet! “Jij ook, net zo”, zegt Jezus.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier