Schriftlezingen: Wijsheid 12.13.16-19  en Mattheus 13.24-43

De lezing snijdt een theologisch probleem aan dat nu ook speelt. Als God almachtig is, liefde is, hoe kan hij dan toelaten dat…. God, en geloof in God, botst vaak hard op de harde dagelijkse werkelijkheid. Nu weer met de pandemie (‘epidemie’  is een samenstelling van ‘epi’ = in/bij, en ‘demos’= volk en ‘pan’= alle volken omvattend)

Wij zien (Al)macht dikwijls afglijden naar machtsmisbruik, autoritair dictatoriaal gedrag, corruptie. Macht corrumpeert. Mensen kunnen moeilijk met macht omgaan. Dat kan God beter.

  1. Hij is God – er is niemand aan hem gelijk of boven hem; Hij hoeft zich niet te bewijzen of aan iemand verantwoording af te leggen. (Vers 13).
  2. Hij is niet (al)machtig om er zelf beter van te worden, maar om op te komen voor recht en gerechtigheid. Niet om af te straffen, een klap na te geven, maar om iemand weer op ‘t goede pad te brengen (v. 16). Bovendien is het verschil God<> mensen buiten proporties: Als een grote kerel tegenover kleine kinderen .
  3. Hij valt niet samen met macht – hij controleert haar! Zijn machtsuitoefening wordt door ‘zachtheid’ en ‘mildheid’ gekarakteriseerd. Dáár gebruikt Hij zijn almacht voor -dank zij zijn almacht kan Hij zich dat veroorloven. (Vers 18)
  4. Als God zo is, dan kunnen wij mensen ook nooit afschrijven, maar zouden hen hoop moeten geven en kans om ‘t een volgende keer beter te doen.

Het gedichtje van JB Charles is illustratief: “Hij alleen zou met een grote sigaar in de mond op straat mogen lopen met de duimen in zijn vest want Hij is God. Maar Hij doet het niet want Hij is God”.

 

Mattheus 13. Zaaien, zaad en onkruid verbeelden hoe ‘t met het Koninkrijk Gods gaat. Met: ‘terwijl iedereen sliep’, wordt aangeduid dat het kwaad soms over ons heen komt – terwijl we ‘t niet eens door hebben. Het kwaad is er ook! Een wereld zonder… is er niet! Onze vertaling zegt ‘goed zaad’ zoals in Brabant: ‘een mooi mens’, of: ‘een schoon mens’. Dat betreft niet de buitenkant, maar juist de binnenkant!  Onkruid daarentegen is… alles wat niet zo mooi is. En dan de ervaring dat mooi zaad en onkruid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. En dat onkruid ook recht van bestaan heeft! In een democratie, in ‘het Koninkrijk Gods’, hebben  ook tegenstemmen, andersdenkenden, oppositie recht van bestaan. Hen de mond snoeren, uit de weg ruimen is dictatuur, is inquisitie. Levert een ‘ideale’ samenleving’ op – zoals Hitler of de apartheidspolitiek wilden – maar geen Koninkrijk Gods met respect voor iedereen! Pas uiteindelijk, -bij de oogst – kun je zien wat er echt toe doet, echt bijdraagt. “Laat beide opgroeien” – dat is Koninkrijk Gods, dat is zijn macht! Dictatuur is onmacht om met onkruid om te gaan.


De tweede parabel
 (vers 31-32) onderstreept het contrast tussen een onooglijk begin en het eindresultaat. Heel bemoedigend voor hen die denken: ‘t haalt toch niks uit; een druppel op een gloeiende plaat.

In de derde parabel (Vers 33)Weer  groeikracht en contrast tussen klein beginnen en groots eindigen; wie ‘t kleine niet eert….

 

‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig…’
Ik heb haar gevraagd: “Wat vind jouw almachtige God hier nou van?”
Ze zei: “mijn God is niet almachtig.
Hij is heilig en vraagt mij heilig te zijn.”

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier