Schriftlezingen:  Jer. 23,1-6  Ef.brief 2,13-18 en Evangelie Mc 6,30-34

Eerste lezing:  Jeremia 23,1-6
God spreekt over zijn volk als een veehouder: mijn kudde (vers 23.1), mijn volk,(23.2) mijn schapen. (23.2). Hij heeft herders aangesteld om de kudde te behoeden voor omkomen en verloren lopen. Deze huurlingen héten wel “herder” maar ze zíjn ’t niet. Dat is ook Gods klacht. De kudde is alsnog verdwaald en uiteen gedreven.
Dan neemt God het zelf over: Brengt ze weer terug naar hun weiden; stelt herders aan die hen ook daadwerkelijk wijden en zorgen dat ze niet verdwalen. En hij  geeft zelfs uitzicht op een wettige telg van David (zie Jeremia).  Dat voedt de messiaanse hoop. Zie Jeremia 23,5

De tweede lezing is uit Paulus-brief aan de Efeziers. 2.13-18.
Zie hoe hij vroeger  tegenover nu plaatst. Vroeger, zeg maar vóór Christus, hoorde u niet bij Christus en stond zonder hoop en zonder God in de wereld.  Nu (vers 13) zijn de twee werelden waar u in leefde  door Jezus kruis één  geworden. De gekruisigde is niet van één club alleen, is voor allen. En zo bent u medeburgers, huisgenoten van God geworden. En Christus is er de hoeksteen van; Hij overbrugt de tegenstelling.

De evangelie lezing (Mc 6.30-34)
De leerlingen komen terug bij Jezus. Bij Hem vertellen ze alles, en ook hoe ze onderricht gaven. Jezus nodigt hen uit: naar een eenzame plaats waar rust en geen drukte is om uit te rusten. In een boot gaan ze  naar eenzame plaats; maar ze raken de grote menigte om hen heen niet kwijt. Jezus merkt op: ze zijn als  schapen zonder herder, en dan onderricht hij hen: Onderricht is de remedie tegen het :zonder herder zijn. schapen zonder herder zijn Zie ook: 2 kron18.16. Heel Israël verspreid als schapen zonder herder. Ze hebben geen ”herder” zegt de Willibrord vertaling, geen “leidende persoon”. Geen richtsnoer.

Dan zeggen leerlingen:  stuur ze toch weg. Maar Jezus ketst de bal terug: Geven jullie hen maar te eten… Wat bedoelt hij dan: letterlijk: eten??  Een brood wonder?  Of: dat de leerlingen voedsel voor de ziel aanreiken? Brood uit de hemel; voedt niet de buik, voedt je als mens. Hun onderwijs moet de menigte voeden: “Jullie moeten hen te eten geven.” Zeker: maar de mens leeft niet van brood alleen…”

Emeritus-pastor Henk Bloem

 

Lees voor meer verdieping bij de zondagslezingen de Blogs van de week