Schriftlezingen: 2 Koningen 4:42-44 en Johannes 6:1-15

De lezingen van deze zondag zijn geen licht verteerbare kost. Er is doorzettings- en spiritueel inlevingsvermogen voor nodig – anders blijf je zitten met mooie maar ongelooflijke wonderverhalen. Hoofdstuk 4 van 2 Koningen gaat over LEVEN. Elisa, man Gods, maakt zichtbaar dat (zijn) God voor LEVEN staat – niet voor de dood. Zowel 2 Koningen als Johannes spreken van de overvloed Gods en de zuinige berekeningen van mensen. Een spirituele werkelijkheid staat tegenover een werkelijkheid van scrupuleuze berekeningen.
Of er genoeg is – zoals in beide lezingen staat – wordt als het ware naar beneden, naar het niveau van deze wereld getrokken; ingelijfd in het dagelijks leven van cijfers en berekeningen (Johannes 6:15 en ook Numeri 11:13) terwijl eigenlijk Gods wereld het decor vormt. God zegt: “Zij zullen eten en overhouden.” Zoals Jezus later zegt: “Is het leven niet meer dan het voedsel?” (Matteüs 6:25). Een ander niveau dus.

Naast de getalsmatige maat dat twintig te weinig is, staat de goddelijke maat van overvloed. Net als in Exodus 16, waar het volk elke dag voorzien wordt van brood uit de hemel, van MANAH. Hun verbaasde ‘Mannah wat is dat?’ duidt op die andere werkelijkheid. Zij die zich al calculerend, hamsterend voorzien van voedsel voor de volgende dag, komen bedrogen uit. Dan is het al bedorven –een houdbaarheidsdatum zou niet gek geweest zijn! Zij hebben geen idee van hemels voedsel; dat je niet leeft van brood alleen maar van elk woord dat komt uit de mond van God (Matteüs 4:4vv).

En de evangelische broodvermenigvuldiging? De vermelding “kort voor het Joodse pesachfeest”, legt een link met de bevrijding uit de slavernij van Egypte. En “Jezus ziet de menigte” maakt de berekenende inschatting van Filippus en Andreas los. Jezus’ vertrouwen stoelt op het dankgebed dat hij spreekt; hij dankt namelijk niet zichzelf! Hij deelt wel zelf uit. Híj geeft. De leerlingen verzamelen de restjes: twaalf manden vol, twaalf stammen van Israël. Voor het hele volk! De reactie op dit ‘teken’ van Jezus voedt de Messiasverwachting, maar een Messiasverwachting waar Jezus zich aan onttrekt. Trekt zich terug op de berg – symbool voor God in den hoge? Om alleen te zijn: zich te heroriënteren: re-creatie, her-schepping, “Mijn koningschap is niet van deze wereld” (Johannes 18:36).
De nadruk op het persoonlijke handelen van Jezus bereikt de climax als hij zichzelf vereenzelvigt met het brood van God dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld. Dan klinken zinnen als: “Geef ons altijd dat brood, Heer!” (6:34) zeiden ze toen. “Ik ben het brood dat leven geeft” (6:48) antwoordde Jezus.

Een gebed om regen van het Ngoni-volk uit Malawi
God, U bent onze schepper.
Laat de regen stromen uit uw wolken zodat uw kinderen leven vinden.
Geef ons leven alstublieft want zwak en klein zijn wij.
We hebben honger, we lijden dorst. Het veld verdort, de boom staat schraal.

God, bent U nog onze vader, de vader van onze vaderen,
de vader van uw kinderen?
Wanneer kunnen wij U loven, weer zingen en dansen,
Want een vader geeft zijn kinderen te eten,
Hij laat ze drinken in honderdvoud.
(uit Geef ons heden ons dagelijks brood. Bidden met de armen van Jan Brock).

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.