Schriftlezingen: Jeremias 33:14-16; 1 Thessalonicenzen 3:12-4.2; Lucas 21:25-28, 34-36

Om de impact van de lezingen van deze 1e Adventszondag te voelen is crisisbewustzijn nodig. Wanneer Kerstmis alleen een attractie is “Hoeveel nachtjes moet ik nog slapen tot Kerstmis? Niet zoveel meer want de 7e dec. wordt het al kerstmis bij Disney Parijs” of een paar extra vrije koopzondagen, kun je moeilijk begrijpen waarom zowel Jeremia als het Evangelie van redding en verlossing, van een keer-ten -goede spreken. Kun je naar Kerst toeleven als je eigenlijk geen redder, geen verlosser verwacht? Als je denkt: “ik heb geen redder besteld. Ik ben heel tevreden met hoe ‘t nu gaat – met mijzelf, met onze samenleving, met de wereld… Prima toch?”

Midden in de crisistijd van de ballingschap herinnert de profeet Jeremia aan Gods belofte: dat Hij voor David een huis (zoals: huis van Oranje) zal oprichten – hem een wettige opvolger zal geven. (2 Sam. 7) Die opvolger zal volk en land rechtvaardig (tsedaka) en eerlijk (misjpat) besturen. Kwalificaties die voorheen ontbraken – ieder deed wat hij zelf wilde – en dat heeft tot de ballingschap geleid. Maar er komen andere tijden – God komt zijn belofte na… ja, Jeruzalem zal de personificatie van gerechtigheid worden, zal “Heer, onze gerechtigheid” als trotse naam voeren. Gezien Jesaja 2:2-5 was dit een algemeen gekoesterde droom

Lucas verhaalt van barre tijden. Alles, het heel-al, zal op zijn grondvesten schudden (vers 26) – en mensen zullen in angst, radeloosheid en schrik leven. Op het hoogtepunt van de blinde natuurkrachten komt de Mensenzoon. Iemand! Een mens! Hij komt met een wolk – wordt daarmee gezegd: van Godswege? (bijv. Exodus 15.10). Terwijl de mensen al alle hoop lieten varen (het Griekse woord zegt dat ze geestloos worden (vers 26), scheppen ze opnieuw moed en gaan de kopjes omhoog: De verlossing (heel persoonlijk staat er: uw verlossing) is nabij, je kunt opgelucht ademhalen. Ook in Lucas 1.68; 2.38; 21.28; 24.21 wordt van ‘verlossing’ gesproken. Samen met de verwante woord groep ‘Redden/redding/redder’ vormt het een rode draad door het hele Evangelie heen. Steeds is Jezus (de mensenzoon?) degene die deze verlossing, redding brengt. Het Lukas evangelie is het verhaal van een Reddingsoperatie. Waarbij wel bedacht moet worden: wat bedoelt hij als hij spreekt van ‘redding’, ‘verlossing’ door Jezus.

De lezing wordt – dankzij enig knipwerk – positief afgesloten met de aansporing om hoofd en hart erbij te houden en niet apathisch te worden onder de druk van alledaagse beslommeringen en zorgen. Het gaat dus niet vanzelf, niet met geweld. De Mensenzoon trapt de deur niet in; hij klopt aan en hoopt dat wij er klaar voor zijn. Bid daar maar voor.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier