Schriftlezingen: Deuteronomium 4.1-2; 6-8, Marcus 7.1-8; 14; 15.21-23.

Staande op de drempel van het ‘land van belofte’, aan de overkant van de Jordaan, vat Mozes samen hoe God, vanaf de Horeb, steeds met hen meetrok en achter hen stond. NU, op de drempel spreekt hij plechtig: “Israël, luister naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer en handel daarnaar!”. Luisteren en ernaar handelen zijn één. Woorden en daden horen bij elkaar. Anders is ‘t: “Ik heb je wel gehoord, maar ik doe het niet”.

Mozes bezweert het volk dat ze in dat land zullen leven als ze gehoor geven aan Gods voorschriften. Anders zal het een land als alle andere zijn. Maar het kán ook land van belofte zijn; een teken voor alle anderen. Hier kan ‘Leven’ gaan betekenen: tot leven komen, opbloeien, mens naar Gods gelijkenis zijn! De verbondsgave, nl. leven-in-het-land (vers 1b) wordt omraamd door de oproep tot verbondstrouw, door ‘horen’ en ‘doen’ (vers 1a) en ‘bewaren’ (vers 2) van Gods ‘voorschriften en bepalingen’. Het sociale leven moet gestalte krijgen vanuit de trouw aan de Ene God.

God schenkt het land. Het is niet van hen, al beweren sommigen van wel. Het is een gave! Of, liever, een opgave. Gave en opgave zijn als luisteren en handelen naar Gods (niet ‘je eigen’) voorschriften en geboden. Uw wil geschiede… En meteen komt dan de vraag op: geldt dat alleen voor toen: Of geldt gave en opgave ook nu, ook ons?

Marcus 7 toont Jezus in discussie met:
a) een theologische discussie met Farizeeën en Schriftgeleerden (7.2-13);
b) een openbare les aan het volk (vers 14-15); en
c) privé onderricht aan de leerlingen (vers 16-23).
Ad a): Farizeeën en Schriftgeleerden krijgen zware kritiek. ‘Huichelaars’ zijn ze! Leven naar de letter van de wet. Uiterlijk, om door de mensen gezien te worden, lippendienst! Maar die uiterlijke kant is alleen maar vormgeving – en raakt niet aan de echte, aan Gods bedoeling.
Ad b): het volk krijgt te horen dat echte onreinheid van binnen zit. Dat loop je niet op door iets niet-koshers te eten. Echte onreinheid gaat over wat voor mens je bent – niet over wat je eet.
Ad c): Tenslotte krijgen de leerlingen privé onderricht. ‘t Gaat niet om wat je eet, maar om wie je bent. Zoals Psalm 51 bidt: ‘God herschep mijn hart, maak het zuiver’.
Het volk, = nummer b, staat letterlijk in het midden, kan blijkbaar nog beide kanten op. Ook die van Leerling zijn, wat geenszins wil zeggen dat je geen onderricht meer nodig hebt!

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier