Schriftlezingen: Deut. 4,1-2.6-8;  Gen. 1,17-18. 21b-22,27  MC. 7,1-8,14-15,21-23

Deutero  is ‘tweede’ in de zin van: opnieuw/nog een keer/beter. Onze lezing begint met “Luister.” Van “luisteren’ en ernaar handelen hangt af of ze het land dat God hun schenkt, in bezit zullen nemen en erin wonen. Het land dat God hun schenkt. Niet met wapengeweld verovert. Schenkt. Een geschenk is niet hetzelfde als: “Is van mij, afblijven”. In een geschenk genieten anderen mee. Gekregen? Gôh!
Ze zullen alleen leven in het nieuwe land als ze luisteren en gehoor geven aan de voorschriften. Daarom spreek ik liever van ‘het land van beloften’ dan van ‘het beloofde land’. Land van beloften houdt in dat de beloften steeds waargemaakt moeten worden (zie Deut. 4.6-10.). Maar zeg je ‘Het beloofde land’ dan lijkt het alsof alles  al vastligt: het is van ons, en anderen hebben er niks te maken!  In onze  dagen van geweld, wreedheid, landverovering, van Hamas en Israël tegenover elkaar, kun je elkaar met zo’n tekst om de oren slaan, of kan zo’n tekst je hopelijk nader tot elkaar brengen. De verbondsgave, namelijk leven in het land (vers 1b), wordt omraamd door de oproep tot verbondstrouw, nl. horen en doen (vers 1a) en bewaren (vers 2) van alle voorschriften en bepalingen. De trouw aan de ene God zal kenmerkend zijn voor het sociale leven; kijk maar naar hoofdstuk 12, vers 1 v.v.

Evangelielezing: Marcus 7 spreekt drie typen/groepen van mensen toe.
– een theologische discussie met Farizeeën en Schriftgeleerden (vers 2-13) die van de ‘overlevering der ouden’ die voor Farizeeën en Schriftgeleerden normgevend is, afwijken. Jezus antwoordt: “Jullie maken de liefde tot God (toch de kern der wet) ondergeschikt aan latere regelingen die eigen voordeel en belang dienen.”

– een openbare les aan het volk (vers 14-15) die te horen krijgen dat echte onreinheid in een mens zit. Dat loop je niet zomaar op door niet-koosjere dingen te eten. Echte onreinheid zit vanbinnen, heeft met hart, met hoe je bent, van doen.

– privéonderricht aan de leerlingen ( vers 16-23). Het gaat niet om wat je eet, maar om wie/wat je bent. Het dubbelgebod luidt: “Ge zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, ziel, verstand, kracht.”. Het volk—letterlijk in het midden, kan blijkbaar nog beide kanten op. En: leerling zijn wil niet zeggen dat je geen onderricht meer nodig hebt.

 

Emeritus-pastor Henk Bloem

Lees voor meer verdieping bij de zondagslezingen de Blogs van de week