Schriftlezingen: Ezechiël 33,7-9; Romeinen 13,8-10 ; Matteüs 18,15-20
De communiteit in Iona zingt: Night has fallen – God, our maker, guard us sleeping. Vertaald: Nu het avond is, waak gij schepper als wij slapen. Ezechiël 33 gaat niet om een slaapliedje. Juist niet. De profeet is door de Heer als wachter, als uitkijkpost aangesteld. Een wachter moet juist niet slapen maar heel waakzaam zijn dat het volk niet afwijkt van wat de Heer vraagt. Als wachter moet hij tijdig waarschuwen als hij ziet dat het volk dreigt af te wijken. Mocht het volk dan toch van Gods weg afwijken dan zal het op de wachter verhaald worden; dan heeft die zijn waakzame werk niet goed gedaan. Met deze stok achter de deur wordt ‘wachter’ een heel serieuze zaak.
De evangelielezing. “Als je broer – of broeder – iets tegen je heeft.”
Op de vraag: “Hoe kun je je vijand beminnen als jezelf”, antwoordde paus Franciscus: “Zorg dat je geen vijanden hebt”. Zorg dat het niet zover komt dat anderen je vijanden worden. En…spreek het uit naar elkaar, en als dat niet kan haal er nog twee of drie bij, zodat je niet in een welles-nietes-situatie terechtkomt. Nodig, zo nodig de hele gemeente uit, en als dat ook niet helpt, zet er dan maar een punt achter.
Vers 18 en 19 brengen beiden: “Ik verzeker je”…Jezus betrekt ook de hemel erbij. Die is niet onverschillig in de zin van ‘beslissen jullie maar; mij het niet uit’. Het maakt de hemel wel uit – de hemel gaat achter het besluit van de gemeente staan. En in vers 19 en 20 legt Jezus nog eens uitdrukkelijk het accent op de nadruk op de eensgezindheid. Waar die eensgezindheid gepraktiseerd wordt staat Jezus in hun midden.
Henk Bloem, pastor
Voor blogs bij de lezingen van deze week: lees hier.