Schriftlezingen: Jesaja 50:5-9a; Marcus 8:27-35

‘Profeet van God’ zijn, valt, volgens Jesaja, niet onder de vrije beroepskeuzes! God maakt je, vormt je tot zijn profeet. Hij geeft je tong en oor van een leerling (vers 4: waarom lezen we dit niet?). De profeet blijft leerling, meer zit er niet in. Hij wordt nooit leraar! God is de leraar- zijn woord moet hij horen en doorgeven. God opent zijn oor (vers 5) – ‘verstaan’ gaat dieper dan simpelweg ‘horen’. God roept (roeping!) hem.

Het is ook niet ‘leuk’. Spreken namens God (pro=namens, feet = ‘spreken’ zoals a-fasie) houdt fysieke bespuwing en uitstoting in. Het is tegendraads, strijkt vaak tegen de haren, de dagelijkse gang van zaken en belangen in. Maar de ervaring, het besef – in eerste persoon enkelvoud! – dat God hem bijstaat, sterkt hem om de negatieve pers en oordeel aan te kunnen. Om “ja” te kunnen zeggen. Jammer dat dit “Ja” aan het begin van vers 9 weg vertaald is.

Vanaf het begin klinkt in het Marcus Evangelie de vraag: “Wie is hij toch?” Iedereen, voor- en tegenstanders hebben die vraag. Vandaag is het de beurt van Jezus’ leerlingen! Nu we ongeveer op de helft van het evangelie zijn, moeten zij toch wel een keer weten WIE hij is. Hoort hij bij God? Bij Beëlzebub? Wie is hij eigenlijk? Petrus, primus inter pares, antwoordt: “U bent de Messias”. Maar voordat je kunt applaudisseren, zegt Jezus: ‘Tegen niemand zeggen!’ En dan gaat het verder: ‘Hij begon hun te leren’ van lijden, dood, opstanding. “Begon” – dit is nog maar het begin – hij moet het nog vaak vertellen aan zijn leerlingen dat hij niet boven lijden en sterven verheven is – dat hij die weg zelfs niet wil ontlopen!!

De leerlingen hadden een heel ander beeld van Christus – en dus ook eigen leerlingschap – in gedachten. Dat is het ‘duivelse’, zeg maar het dilemma waar Jezus door de duivel – die ook nog in zijn leerlingen zit – steeds voor gezet wordt. En dan roept Jezus iedereen erbij, en spreekt van “je zelf verloochenen en je kruis opnemen.” Zijn wijze van Christus zijn is niet ‘groots en meeslepend’. Is juist ‘je leven verliezen, en daardoor tot Leven komen’. Heel paradoxaal: leven verliezen, geven en inzetten voor anderen, wordt: leven redden. Omdat dit de weg is die Jezus zelf gegaan is, die hij als Goede Boodschap (+ Evangelie) voorgeleefd en gestorven heeft. Hem volgen is doen zoals hij deed.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier