Schriftlezingen: Amos 8.4-7 en Lucas 16.1-13

Amos is bevrijdingstheoloog – deze theologie heeft lang op gespannen voet gestaan met de R.K. geloofsleer; denk o.a. aan Ernesto Cardenal, G. Gutierrez, de stad Medellin, bisschop Oscar Romero, ook onze huidige paus. Sociaal onrecht, corruptie, wanbeleid kan hij niet rijmen met geloof/eredienst aan de God van Israël. Armoede is geen neutraal begrip, zoals mooi weer. In zijn lijn zegt onze Paus tegen de Maffia op Sicilië: “wie zo doet is ‘scommunicato’, die hoort niet bij onze ‘communitas’, bij onze kerkgemeenschap”. Die is vervreemd van de Thora (zie vers 7), is los van God – ook al zit je op de eerste rij bij de eerste communie en ben je zo vroom als poppenstront. Vroomheid is niet hetzelfde als gelovig.

De evangelist Lucas ziet ‘rijk’ makkelijk overgaan in: houden-wat-je-hebt en steeds meer willen hebben. Naar zijn mening corrumpeert rijkdom; leidt tot corruptie, zelfverrijking, wit wassen, tot onverschilligheid voor anderen, onderdrukking, zelfs tot criminaliteit. Het vergroot de tweedeling in de maatschappij. Zijn benaming ‘onrechtvaardige mammon’ zegt genoeg. ‘God dienen’ is onverenigbaar met ‘de mammon dienen’. Er is maar één oplossing: deel je onrecht-geld aan de armen uit en maak zo vrienden.

Op de vraag: “Kunnen rijken ook in de hemel komen?” (zie Lucas 16.19 vv en 18.18 vv) zou Lucas zijn wenkbrauwen fronsen: “Alleen als ze daadwerkelijk hun rijkdom ten dienste van anderen stellen – maar of ze dat kunnen?” Ik vraag me wel eens af, wat Lucas zou zeggen als hij ‘onze’ westerse rijkdom zag, en tegelijk de armoede, de kampen met vluchtelingen, de sloppenwijken, de kanslozen. Wat zijn Amos en Lucas dan eigenlijk actueel.

Amos gebruikt de hebreeuwse term dal = de kleine man; men sprak van dalim ha-arets = landproletariaat. Hoogopgeleiden, juppenwijk en de Zuidas vormen de keerzijde van de medaille – een gespleten maatschappij. Was Amos zelf zo’n dal ha-arets, een wegkwijnende boer, in de tang van hen die over hem heen walsten?

De rentmeester verkwist, (net als de jongste zoon in 15.13) wat van zijn meester is en niet van hemzelf! Verderop staat: “onbetrouwbaar in het beheren van andermans goed”! Zou het met rijkdom niet kunnen dat het voor ons is, maar niet van ons! Maar het wordt zo makkelijk van ons en de anderen moeten er af blijven.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier