Schriftlezingen Habakuk 1.2-3; 2.2-4 en Lucas 17.5-10

Habakuk snakt naar een visioen van Godswege. Je zou ook ‘openbaring’ kunnen zeggen – zoals in: “dat is een openbaring voor mij!” (R. Welten: ‘Trouw’ 26 sept. 2016). Hij probeert God a.h.w. te dwingen: “Waar blijft u nou? Waarom doet u zo?” Tweemaal roept hij Hoelang nog, driemaal Waarom toch? Wat moet hij met een God die 1) niet luistert en 2) geen redding (= van hebreeuwse yasa, net als ‘Jezus’) brengt.

Met: “De Heer antwoordde” van hoofdstuk 2.2 verzekert God dat dit visioen/openbaring tot vervulling komt. Het kan lang duren – maar geef het wachten niet op: het komt! ‘Wachten’ is geen uitzichtloos ‘wachten tot je een ons weegt’. In dit wachten zit het ‘in verwachting zijn van’, zit al een klein korreltje, een fragment. Dat kleurt het wachten, geeft het inhoud. De lange duur kan een teken van Godsvertrouwen, van geduld met God zijn. Thomas Halik citeert: “geduld met God is geloof!”.

De apostelen – Lucas zegt “leerlingen” (zie 6.13) – steken de vinger op. Vragen om meer ‘geloof’. Beter lijkt me: ‘vertrouwen’. Het lijkt dat zij betere gelovigen willen zijn dan de anderen! Die competitiesfeer zie je ook in het voorbeeld van de Heer en zijn knecht – daar zijn de knechten niet ‘nutteloos’ (zoals men vroeger vertaalde), maar ze zijn alleen maar uitvoerders van wat hun werd opgedragen – wat ze doen is geen eigen verdienste. Jezus zegt dat klein vertrouwen ook vertrouwen is. Klein weliswaar maar wel vertrouwen. Denk ook aan: “Je vertrouwen heeft je gered” (Luc. 7.50; 8.48; 17.1) en: “Blijf vertrouwen hebben” (Luc. 8.50) en “toen Hij hun vertrouwen zag” (Luc. 5.20).

Een sprankje vertrouwen is ook vertrouwen. In een fragment zit het geheel. In de knop zit de hele bloem al. “Alles is fragment”, zegt Abel Herzberg in zijn boek: ‘Drie rode rozen’. Het voorbeeld van de heer – knecht doet denken aan de joodse rabbi die zei: “Als je veel uit de Torah hebt ‘gelernt’, ga daar dan niet groots op, want daar ben je voor geschapen”. Dat is niet ‘nutteloos’, maar: “doe niet of het je eigen verdienste is”. ‘Nutteloos’ zou erg zijn! Misschien is het zoals Martin Luther King de avond voor zijn dood schreef: “Wir sind nur Bettler”. Dan kan zo’n mosterdzaadje ‘groot vertrouwen’ van onschatbare waarde zijn.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier