Schriftlezingen: Genesis 2.18-24 en Marcus 10.2-16

Het oecumenisch klooster Nieuw-Sion, ziet onze tijd als een tijd van relatie-chaos; van kortstondige relaties, waarin steeds minder mensen het klassieke model van huwelijk en gezin levenslang beleven.

De Genesislezing verkondigt de oorspronkelijke, duurzame verbinding van man en vrouw. Zij spreekt van de mens; in het Hebreeuws ’adam’ = uit aarde.  Die is zonder “Een hulp die bij hem past”. Uit die ene mens (= adam) wordt de vrouw (Hebreeuws ‘isja’) genomen en dan is er ook de man (=isj). Ze zijn uit dezelfde stof gemaakt – waren één Adam. Net als het woordpaar adamadama betonen isj en isja de oorspronkelijke eenheid. De lezing is geen relaas van hoe het gekomen is, is gelovige reflexie op het wonderlijke bij elkaar passen van man en vrouw – dat niet als toeval maar als Schepping Gods geduid wordt.

De vraag van de Farizeeën is vanuit een typisch mannelijke, patriarchale hoek. Jezus verbreedt dat door op Genesis te wijzen en op een oorspronkelijke eenheid van man en vrouw; een eenheid die op God wordt teruggevoerd. Thuis verduidelijkt hij dat voor zijn leerlingen en stelt niet alleen de man maar zowel man als vrouw verantwoordelijk voor de eenheid.

De kinderen zijn zij die bij de ‘groten/belangrijken der aarde’ niet aan de bak komen. Leerlingen wijzen ze af; wacht maar tot ze groot zijn. Jezus raakt ze aan, omarmt ze zoals hij ook met de melaatse en de blinde deed. Aandacht voor de kleinen.

Henk Bloem, pr.

 

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.