Schriftlezingen: 2 Koningen 5,14-17 en Lucas 17,11-19

Naäman, de niet-Jood, geneest als hij erkent dat “alleen in Israël een God is en nergens anders op aarde” (2 Kon 5,15) terwijl het knechtje van de profeet Elisa juist besmet wordt. Hij laat zich betalen voor deze genezing en wekt zo de indruk dat niet God, maar hijzelf en Elisa dit wonder bewerkt hebben. Dat komt hem duur te staan: Naäman geneest terwijl volksgenoot Gehazi juist besmetting oploopt. Jammer dat onze liturgie niet het hele verhaal maar alleen vers 14-17 laat lezen. De trotse, klasse bewuste Naäman, die Elisa maar een tweederangs profeet vindt (vers 11) en niets van het water van Israël (de Jordaan) wil weten, ziet zich na zijn genezing Elisa’s dienaar en vraagt een beetje Israëlische aarde om naar huis mee te nemen (vers 17) om de God van Israël op eigen grond te kunnen vereren. Nu geen trots of grootheidswaan meer, een kleine huishoudelijke hulp geeft advies en vindt gehoor! De lichamelijke genezing van Naäman is ook een geestelijke ommekeer. Hij wordt niet alleen weer de oude, hij wordt een nieuw mens, een beter mens. Als dat geen wonder is.

Jezus op weg naar Jeruzalem. “Ik kan het niet genoeg zeggen”, denkt Lucas. Hij is niet op weg naar een pretpark of toeristische bezienswaardigheid maar al vanaf 9,15 stap voor stap ( zie 9,51, 13,22 en 16,11) op weg naar Jeruzalem, naar de tempel en de ultieme confrontatie met zijn tegenstanders. En de overgang van ‘leerlingen’ naar ‘apostelen’ (van 17,1 naar 17,5) is een overgang naar de kring van vertrouwelingen en benadrukt dat het nu echt serieus wordt.  Op de vraag van de apostelen “Versterk ons vertrouwen”, geeft Jezus niet meteen een antwoord. Mogelijk willen de apostelen hiermee alleen onderstrepen en bevestigen: Inderdaad, om te doen wat u vraagt hebben we meer vertrouwen/geloof nodig. Knikken inlevend: Inderdaad, U vraagt nogal wat van ons.
Tien melaatsen waaronder één vreemdeling. Tien! Heeft dat nog speciale betekenis? Volgens Johannes 4,9 gaan Joden en Samaritanen niet met elkaar om, maar als je ziek bent vallen deze scheidslijnen blijkbaar weg! De ‘onreinen’ moeten afstand houden (in quarantaine) en schreeuwen om gehoord te worden. Ze zijn van God en mens verlaten.
De priesters moeten hen weer rein verklaren en weer in de gemeenschap opnemen (Leviticus 14,2-32). Gaandeweg worden allen rein, gereinigd. Ook de Samaritaan? (Het Griekse katharos=rein ligt ook aan de wortel van “Katharen” en “Ketters”) Negen van hen, de joden,  vervolgen hun weg. Ze zijn weer ‘de oude’, pakken de draad weer op. De ene Samaritaan keert op zijn schreden terug. Niet alleen fysiek, maar hij keert zich ook mentaal om: looft God en dankt Jezus. Van hem zegt Jezus dat hij ‘gered’ is. Niet alleen genezen, maar gered! Anders dan de overige negen, is hij een nieuw, een ander mens geworden; niet alleen genezen maar gered.

Henk Bloem, pastor

Voor de blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.