Schriftlezingen van Allerheiligen: Op. 7:2-4, 9-14 en Matt. 5:1-12a

Lezing uit het boek Openbaring
Het grootste visioen van de ziener Johannes wil zijn mensen in hun benarde positie bemoedigen. Hij ziet (met geloofsogen) hoe alle ‘dienstknechten’ van God door een zegel op hun hoofd behoed worden voor verwoesting. Dat zijn de duizenden uit de 12 stammen van Israël en verder ontelbaar velen uit de hele wereld. Zij komen naar Gods troon om God en het Lam te huldigen als opmaat voor de aanbiddende huldiging door alle engelen, oudsten en dieren. En op de vraag: “Wie zijn dat?” blijkt de bemoedigende intentie voor de mensen die in tijden van verdrukking trouw gebleven zijn aan het Lam.

De Zaligsprekingen op Allerheiligen.
Toch anders dan (pauselijke) heiligverklaringen waar je eerst voor moet doodgaan. Joden (Matteüs was er een en Jezus toch ook) hechten niet primair aan wat je gelooft maar meer aan wat je doet, aan daden. De zaligsprekingen vragen niet naar het geloof. Een grote menigte – niet een klein elitegroepje – volgt Hem. Volgen zoals leerlingen doen, navolgen (Matt. 4:25 en 5:1). Volgens de religieuze leiders (Farizeeërs en Schriftgeleerden) mankeerde er het nodige aan hun geloof: zie hoe ze in vers 11 worden “uitgescholden, vervolgd en beschuldigd”. Klootjesvolk – sorry voor het woord, maar dat zijn ze in hun ogen. Jezus verklaart deze menigte ‘zalig’ omwille van wie ze zijn, wat ze doen. Zij zijn de mensen van het nieuwe Koninkrijk, waar God koning is, waar Gods waardering en waarden gelden.

~We belijden: “Ik geloof in de Heilige Geest, de heilige katholieke kerk.”
Eerlijk gezegd kan ik dat zo niet meebidden. Ik bid: “Ik geloof in de kerk, soms zo klein en schuldig, maar toch ook úw kerk, geroepen om heilig te zijn.” De geloofsbelijdenis beschrijft geen status quo, maar is een project! Anderen zeggen: De kerk is geen instituut van heiligen, maar ze is heilig, omdat het Heilige in haar tegenwoordig is. ~

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.