Schriftlezingen: Jesaja 8.23b-9.3 en Mat. 4.12-23

We hebben deze Jesaja lezing in de Kerstnacht ook gehad. Kijk eens mee
– Tegenover ‘vroeger’ staat: ‘maar in de toekomst’
– Tegenover ‘oneer’ staat ‘eer’
– Tegenover ‘in het donker wandelt’ staat ‘een groot licht zien’
– Tegenover ‘wonen in land van duisternis’ staat ‘een licht straalt’
als soort conclusie volgt een uitbarsting van vreugde zoals bij een oogstfeest.
– Tegenover neerdrukkende ‘juk/stang, stok’ staat ‘stukgebroken’.
Wat een hoop, wat een geloof in de toekomst voel je hier. Het begint neutraal en onpersoonlijk: ‘is gebracht’, ‘wordt gebracht’. Het is onpersoonlijk en er gaat blijkbaar ook ineens, zonder dat je weet wie dat doet, een helder licht aan voor het volk.
Maar dan: “Gij” hebt… en: “voor uw aanschijn.” en: “Gij hebt … stukgebroken”. Dus
helemaal niet neutraal, onpersoonlijk, maar “Gij”. Het wordt op het conto van God, van JHWH geschreven! Van Hem hopen, verwachten ze deze omwenteling naar nieuwe leven. Een vertrouwen dat doet leven.(hb)

“Bekeert u want het rijk Gods is nabij”
Zo verkondigt Joh. de Doper in Math. 3.2, zo verkondigt ook Jezus in Math. 4.17 en Jezus’ leerlingen in Math. 10.7. Alle drie op één lijn. Het gaat om een omwenteling zoals in de eerste lezing: van donker naar licht, van geen-leven tot uitbundig-leven. En we zouden “bekeert u” te kort doen als we het zouden beperken tot “doe geen zonden meer”, tot morele dingen, tot: leef voortaan netjes. Het Grieks spreekt van: METANOIA, dat is: “Ga anders denken, ga anders doen, leef en werk voor die nieuwe, andere wereld die ‘Koninkrijk Gods’ heet. Dus Johannes en Jezus en ook zijn leerlingen zetten zich af tegen de gevestigde orde, tegen degenen die nu de touwtjes in handen hebben, tegen alle wetten en regels die de mensen beknotten en roepen op tot een andere samenleving. Zetten zich af tegen het donker en verlangen naar licht. Geen wonder dat Joh. uit de weg geruimd is, evenals Jezus en vele van zijn volgelingen. Ze vragen erom. Dat is die METANOIA waar ze van getuigen. Maar, zegt Kierkegaard, het gaat met het christendom als met een geneesmiddel: je stelt het zolang mogelijk uit. (Prisma, 283, blz.20.)

zag hij 2 broers…
Vissers waren er in overvloed bij het meer. Jezus ziet ze – hij ziet ze bij name: Simon en Andreas en Jacobus en Johannes. Kent hij ze bij name? Want daar krijg je roeping van, als je zo gezien wordt. Dan kun je dingen die je nooit gedacht had: mensen vissen – mensen op het droge brengen. Mensen die metamorfose van donker naar licht, van juk naar vrijheid, van ziek naar beter laten meemaken.
Elie Wiesel schrijft: Toen de Baal-Sjem mij zag, met indringende blik, voelde ik mij op slag minder alleen.

Mensenvissers
T. Tellegen, ‘Vorig leven’, blz. 21.
“Het gaat om het vissen, niet om het vangen”. Hoe brengt Jezus – eenling – zijn inspiratie, gedrevenheid over op leerlingen – op anderen? Hoe brengt Hij over dat Hij de Weg is, de Waarheid en het Leven. Je ziet het vaak, dat één de bron is om velen … maar één moet beginnen.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier