Schriftlezingen: Jona 3:1-5,10; Psalm 25; 1 Korintiërs 7:29-31; Marcus 1:14-20

Jona, een vrome jood ten tijde van religieus nationalisme en sektarisme (of was ’t al etnisch profileren?), gruwt bij de gedachte als Gods missionaris naar ’t goddeloze Nineve te moeten gaan. Hij probeert er onderuit te komen! Zie twee keer ‘weg van de Heer’ in vers drie. Maar tevergeefs. Gods roep houdt aan, hij moet naar Nineve. Eenmaal daar roept hij niet op tot bekering –ondenkbaar voor hem – maar kondigt alleen vernietiging aan.
Maar iedereen bekeert zich. Heel Nineve van hoog tot laag, zelfs de dieren en God zelf. God wil voor de Ninevieten eveneens “een genadige en barmhartige God, toegevend en rijk aan liefde zijn” en geen boeman (vers 4.2). Jona ziet een starre verdorven stad voor zich – dat is zijn bril-  maar God kijkt anders (vers 4.11). Jona reageert zoals de oudste zoon in Lucas 15 die niet snapt dat zijn vader deze losbol weer liefdevol onthaalt. Bij God gaat ’t echter niet om ‘verdienen’ maar om onverdiend nieuwe kansen krijgen (zie Henk van Grol in Schrift No 296). Dat kan de nationalistisch en sektarisch gelovende Jona in zijn zak steken.
Als Johannes gevangen wordt neemt Jezus het stokje over. Hij verkondigt – net als Johannes – het ‘goede nieuws van God’. Zijn boodschap is heel dringend: Nu is ‘t het goede moment, het koninkrijk Gods is er bijna, het komt eraan. Bij deze aankondiging hoort de uitnodiging dat zij anders gaan leven en gaan geloven in ‘het goede nieuws’. De vertaling ‘bekeert u’ beperkt de oproep tot jouw innerlijk, tot de biechtstoel, terwijl het juist om een totale ommekeer gaat, om een andere leefstijl, een andere mindset, om ‘being the change’ gaat. Om ‘opnieuw beginnen’, zoals de paus zegt (Tutti Fratelli No 77). Dat is het goede nieuws. Duitse auteurs spreken sinds 1989 van ‘Die WENDE’, dat is hèt goede nieuws. Dan kan het Koninkrijk Gods zich doorzetten.
Aansluitend roept hij volgelingen. Niet de bekende religieuze, politieke leiders van de status quo, maar alternatievelingen, vissers, mensen van het volk: Jezus komt langs, ziet hen in hun beroepsuitoefening, spreekt hen aan en zij geven alles op en volgen hem. Jezus roept twee keer twee broers – een hint naar broederschap: Tutti Fratelli? Vissers worden vissers van mensen, die hen die in het donker leefden aan het licht, tot leven brengen. Meteen (Grieks euthus) volgen ze hem. En meteen (weer euthus) roept hij nog twee broers. Dat zij radicaal alles uit de handen laten vallen onderstreept de dringendheid van het moment alsook de radicale ommekeer.

Aan het werk
“Wanneer ben je een volgeling van Jezus”,
Vroeg het meisje van dertien.
“Als je niet meer wilt bezitten dan wat nodig is
en wat je meer hebt, wegschenkt aan de armen”,
was mijn antwoord.
“Dan bent u het niet”, zei ze prompt.
(G. Boogaard).

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.