Schriftlezingen: Nehemia 8,2-4a,5-6,8-10  en 1Kor 12,12-30 en Luc 1,1-4 en 4,14-21

Na de ballingschap maakt het volk Israël een nieuwe start. De Thora zal hun richtsnoer zijn en wordt feestelijke gepresenteerd. Ezra op een verhoog, het volk eerbiedig staand, toont haar instemming met “Amen, Amen”. Niet Ezra, maar de Schrift, de Thora staat centraal – en Ezra en zijn helpers verklaren de Thora aan het volk. De Willibrordvertaling leest: “zij verklaarden de leer” en “Het boek van Gods leer”. Het woord “leer” klinkt erg streng, klinkt als: “zo is het”. Het woord Thora – waar het de vertaling van is – komt van het Hebreeuwse “onderwijzen”, klinkt meer als: richtinggevend, als onderwijs voor je levensweg, als kenmerkend richtsnoer. En dat is wat het volk nodig heeft bij het politiek en religieus herstel na de ballingschap.

Lucas, medewerker van Paulus, heet al vroeg (2 Tim 4,11 en Phil 24) de auteur van wat wij het Lukasevangelie noemen. We spreken van “Evangelie” in navolging van Marcus 1.1: “Ev”  is ‘goede’ [Ev= van EU, zoals euphorie, euthanasie]. En “angelie” is van ‘bode’ en ‘boodschap’ die vaak samenvallen. Lukas, zelf geen ooggetuige, vraagt informatie op bij hen die dat wel waren, wetend dat hij daarmee hún beleving, hún bril binnenhaalt. Aan de hand daarvan vertelt hij – geen objectief feitenrelaas dus – om Theophilus (Theo-God en fiel zoals homo-, bibliofiel – van filein = liefhebben) te overtuigen van de betrouwbaarheid van wat er verteld wordt. Als hij schrijft: “het verhaal van wat zich onder ons heeft voorgedaan”, hoopt hij dat het verleden weer heden wordt en ook bij de lezers gaat leven. Dat ook zij “dienaren van het woord” worden. Anders dan de echte ooggetuigen, maar toch…
Jezus gaat op sabbath (= “ophouden, rusten”) naar de synagoge, ook in Nazareth, en citeert daar uit de profeet Jesaja. Bij de doopverkondiging van Johannes wordt uit Jesaja geciteerd (Lucas 3,4-6) en hier doet Jezus het ook! Allebei, zowel Johannes als Jezus, komen niet uit de lucht vallen. Hun missie, hun zelfverstaan heeft wortels in het joodse Oude Testament.

Ons woord “duivel” lijkt verwant aan het Griekse ‘diabolos’ het woord dat letterlijk “door-de-war-schopper”- en ‘lasteren’ gaat betekenen. Mooi woord voor: duivel- ‘door de war schopper’. Interessant ook om de twee citaten uit Jesaja – die voor Johannes en die voor Jezus – met elkaar te vergelijken. Vergelijk Lucas 3,4-6 met Lucas 4,17-19.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.