Schriftlezingen: Sefanja 3.14-18a en Lucas 3.10-18

Prachtig: Waar worden wij nieuw van? Van kadootjes met kerst; de een nog mooier dan de andere? Van een prachtig geschenk van je geliefde? Of kunnen al die kado’s je gestolen worden, als zij/hij maar van je houdt! Dát maakt je nieuw! Dan loop je op wolken, dan ben je in de zevende hemel. Sion jubel, Israël juich, wees blij Jeruzalem: het kan niet uitbundiger! Ze jubelen ‘t uit: “God houdt van ons! Hij is met ons en geeft om ons.” Dat is wel eens anders geweest! Alle reden dus om te zingen: Gaudete – jubel van vreugde! Hij is je redding, tilt je leven naar een ander niveau. Vandaar ook de vreugde!
Deze zin “Door zijn liefde maakt Hij u nieuw” wordt ook vertaald met:“Hij zal zwijgen in zijn liefde”, m.a.w.: God haalt geen oude koeien uit de sloot, wrijft je niet het verleden steeds onder de neus! Hij begint opnieuw. Het gaat Hem blijkbaar niet om wat je gedaan hebt, maar om wie je bent! En daar word je pas echt nieuw van.

Wat moeten wij doen?” vragen ze aan Johannes. Niet: “wat moeten we geloven?”. Deze nadruk op ‘doen’ past in het denken van Lucas, waarin de praktijk (ethiek) voor de leer (dogmatiek) komt. En merk op dat ‘velen’ (vers 10) ook ‘tollenaars’ en ‘soldaten’ die notoire afpersers zijn, hiernaar vragen! Blijkbaar was de tijd er rijp voor. Iedereen hoopte op andere tijden. Hoopte op de Christus, de Messias – op ‘God in ons midden’, zoals Sefanja hoopte op een nieuwe wereld, een nieuwe samenleving. Maar Johannes schenkt klare wijn: ‘t gaat niet om mij – ik ben ‘maar’ voorloper – bij mij is ‘t alleen water, schoonmaak, weg met het oude. Maar degene voor wie ik de weg vrij maak, zal je onderdompelen in een nieuwe Geest en vuur, zoals met Pinksteren dan ook gebeurt. En die Jezus zal de woorden ‘koninkrijk Gods’ gebruiken voor die nieuwe wereld/samenleving. Johannes zegt heel praktisch wat ieder in zijn leven kan doen om die Ommekeer – die metanoia – te bewerkstelligen. Hij is overtuigd dat degenen die ‘hebben’, en dat geldt ook voor hen die ‘t voor het zeggen hebben, hun gedrag moeten veranderen – anders is er geen blijde boodschap. Voor hen niet, voor niemand niet. Maar – en ook daarin toont Johannes zich een voorloper van Jezus – zijn verkondiging roept ook weerstand op; zij wijzen hem af en maken hem onschadelijk.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier