Schriftlezingen: Jesaja 61:1-2,10-11 en Johannes 1:6-8,19-28

Voor de derde keer lezen we een stukje Jesaja. Hij is de bron in deze adventstijd omdat hij spreekt over en hoopt op een nieuw begin: Troost, Troost mijn volk. Een nieuw begin, een nieuwe relatie van God met zijn volk.
Goed nieuws is dat voor armen, voor de gebrokenen van hart, voor gevangenen, voor…Het is een rebels woord – we zagen al dat Marcus met ditzelfde woord begon – want het slaat nu eens niet op de keizer met zijn zelf verheerlijkende machtsuitingen, maar het geldt de armen, de gebrokenen van hart, de gevangenen, de geketenden. Het is goed nieuws van God, en niet van de bovenlaag, niet van de bovenliggende klasse. Goed nieuws voor hen die in de kelders van de mensheid leefden, die nooit meetelden, alsmaar armer werden. Voor hen begint een omwenteling (Grieks: metanoia). Geen wonder dat er velen naar Johannes toekomen. Ze smachtten naar verandering (metanoia!).
Wonderlijk dat het woord ‘redding’ (vers 10) van dezelfde stam is als de naam ‘Joshua’ (in het Latijn: ‘Jezus’). Hij is DE redder. Onze vertaling zegt: “Gehuld in een mantel van heil”. Waarom ‘heil’ (ook in vers 11), en niet: ‘gerechtigheid’ zoals in het Hebreeuws? ‘Heil’ is zo onbestemd: gerechtigheid is veel concreter. A. Schwarz-Barth schrijft: Een rechtvaardige staat ervoor dat de wereld niet uit Gods schepping valt. Is dat niet ons aller opdracht? Niet alleen van Jesaja, van het kerstkind maar van ieder van ons: Gerechtigheid! Als we daarin ‘gehuld’ zouden zijn. Dat zou ‘Goed Nieuws’ zijn.

De Evangelielezing zet Johannes de Doper en Jezus naast elkaar. Is er verschil? Vier keer zegt Johannes: Heb niet een te hoge dunk van mij, ik ben het Licht NIET, NIET de Messias, NIET Elia, NIET de profeet. Hij weet zich – in de lijn van Jesaja – een eenzame roepende (‘in de woestijn’ – hoort, of luistert niemand!) om de weg des Heren klaar te maken. Hij roept ertoe. Zijn doop is met water. Maar dat is alleen “weg bereiden’ want na hem, in zijn spoor, daar gaat het om. Hij is midden onder U, maar jullie hebben er geen weet van. Bij hem val ik in het niet. En wat betekent: je hebt er geen weet van? Slaat dat puur op ‘kennen’, op ‘hersens’? Of betekent het: Zo iemand die niet bij de elite, bij de Farizeeën en consorten hoort, verwachten jullie nooit! Jullie denken in heel andere denkkaders!

“Ik vraag me af of Jezus tijdens de Kerstdagen voor ons thuis zal blijven.” Lezersreactie in Trouw 3 dec. 2020.

Henk Bloem, pastor
Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.