Schriftlezingen: Exodus 20:1-17 en Johannes 2:13-25

De Bijbel spreekt van tien woorden, niet van geboden! Ze staan in de tweede persoon enkelvoud; worden eenieder persoonlijk voorgelegd.
God stelt eerst zichzelf voor: Ik ben de God die U heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. Daarmee is het interpretatiekader voor de navolgende woorden gegeven. Want uit deze zelfpresentatie van God volgt dat zij die Hem als hun God zien, verre moeten blijven van elk soort van knechten, kleinmakerij, overheersing en slavernij: Je bent zelf slaaf geweest. Nee dus: géén andere goden, géén beelden, géén buigende verering, géén misbruik van Gods naam. Je zou de God van Israël miskennen en onrecht aandoen als je dat wel zou doen. Dat geldt ook voor de andere woorden over sabbatdag, vader en moeder, doden, stelen, echtbreuk etcetera. Zij willen niet onder de duim houden, een juk opleggen, maar willen voor mensen bevrijding zijn, een zegen. De vrijheid van de kinderen Gods (Romeinen 8:21)? Misschien goed naast deze tien woorden ook Leviticus 19 te lezen, dat sluit mooi aan.

Volgens Johannes is Jezus in ‘t begin al in Jeruzalem. Zonder leerlingen! Het was vlak voor ’t Joodse Pasen. Er is blijkbaar nog een Pasen! Een niet-joods Pasen? En door te zeggen ‘het Joodse Paasfeest’, komt er ruimte voor dat andere Paasfeest waar Jezus op zinspeelt. ‘Joodse’ en de ‘Joden’ klinkt erg afstandelijk – een afstand die zal uitgroeien tot heftig conflict. En het krachtdadig schoonvegen van het huis van mijn vader resoneert met Kana waar zijn moeder zijn heerlijkheid ziet (Johannes 2:11).
Heidense tempels worden wel als marktplaats gebruikt maar toch niet het huis van mijn Vader! Hier worden mensen gereduceerd tot kooplui. Als ware Zoon komt hij op voor zijn vader en diens huis. De Joden eisen daar een legitimatie voor: Is hij ware zoon van de vader? Jezus antwoordt: “Breek deze tempel af.” Wijst hij daarbij op de stenen tempel of op zichzelf? Zijn antwoord laat de Joden perplex achter…met een mond vol tanden. Het gesprek breekt af. Pas later beseffen zijn leerlingen hoe hijzelf tempel van zijn vader is. Te zijner tijd zal dat geloof bij de leerlingen doorbreken. Heel wat mensen sluiten zich bij Jezus aan. Maar zoals in Johannes 6:64 wordt vooral zijn bijzondere gave, zijn ‘meer dan gewoon’-zijn, betoond.
De opening van het Johannesevangelie is als een bloemknop. Alles zit er als in een notendop in, maar ’t moet zich nog ontvouwen.

…en de vijf geboden van de heilige kerk…
Een aantal van ons weten nog wel dat naast de ‘Tien geboden van God’ ook de ‘Vijf geboden van de heilige kerk’ bestonden, met eigen regels. De kerk had een soort eigen bedrijfje naast God. En ze was strenger, concreter! Legde op meer en op andere slakken zout.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.