Schriftlezingen: Handelingen 2,14a.22-32 en Lucas 24,13-35

Een klein eerbetoon aan Huub Oosterhuis uit zijn lied “Tijd van Leven” (GvL No 527)

De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ns wenken,
Een stem zal ons roepen: Ik open
Hemel en aarde en afgrond
En wij zullen horen
En wij zullen opstaan
En lachen en juichen en leven.

Bij de Schriftlezingen
Petrus vraagt de aandacht van zijn joodse toehoorders voor een cruciaal keerpunt. In  “de laatste dagen”— die ik versta als: dagen van nu of nooit! Jezus’ leven en verrijzenis zijn dat keerpunt, dat ‘nu of nooit’. Even stil dus, please!
Petrus voelt dit aan en citeert drie keer uit het Oude Testament. Hij voelt de spanning van joodse zijde in de lucht hangen. Probeert te laten zien dat de jongste gebeurtenissen van kruisdood en verrijzenis in lijn zijn met Oudtestamentische profeten, geworteld in hun joodse geloof. Gemakkelijk is dat niet.
Neen, Petrus’ kompanen zijn niet dronken. Dat ze ‘gek’ doen is omdat Gods Geest hen is overkomen, en dat doet wat met jong en oud. Ik zie een soortgelijk spreken over de heilige Geest in Genesis 2,7 waar God de mens boetseerde en vervolgens “...Hij ademde zijn adem  IN hen”. Nu blaast de verrezene zijn opstandingsadem in de apostelen. Dit zal gebeuren “In de laatste dagen”, een nieuwe schepping! Ik weet niet goed hoe ik woorden als “sprak hij met profetische blik over de opstanding van de Messias” moet verstaan. Letterlijk? En: “God heeft deze Jezus laten opstaan. Daarvan zijn we allen getuigen.” Ooggetuigen? Geloofsgetuigen? Ooit hoorde ik van een Broeder: “Ik probeer niemand te bekeren. Ik verkondig niet het geloof, ik doe het geloof.” Nieuwe mensen, verrijzenis-mensen.

In de evangelie lezing halen de Emmaüsgangers “gebeurtenissen met Jezus” op. Somber en verdrietig. Want ze hadden nog zo gehoopt…Het komt niet in hen op dat Jezus hun metgezel zou kunnen zijn.
Mannen nemen ‘t van vrouwen over, maar Hem zien ze niet. En ze hadden zo gehoopt. Ze gaan naar binnen, aan tafel, hij zegent het brood, breekt het en gaf ‘t hun…nu gaan de ogen open en herkennen ze hem. Maar ze krijgen niet de kans hem vast te houden. Alleen in het gebroken brood.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.