Schriftlezingen: Handelingen 3.13-19; Lucas 24.35-48

Petrus spreekt de Israëlieten toe. Zijn volksgenoten. In de tempel, waar ze zich op eigen grond weten. Zij, zijn broeders (aanspreektitel v.17) in het geloof, kennen de namen Abraham, Izaak en Jacob en staan in de traditie van ‘onze vaderen’. Zij weten wat hij bedoelt als hij verwijst naar de ‘aankondiging door de profeten’.

De toon van zijn speech lijkt pastoraal, verbindend. Maar hij zegt ook ronduit dat zij tegen Gods handelen, intenties ingegaan zijn! Verwijtend zegt hij: ‘U hebt de leidsman ten leven ter dood gebracht, maar God heeft hem opgewekt uit de doden’. Je voelt de polemische spanning tussen het joodse volk/religie en Petrus’ nieuwe, christelijke, weg als hij zegt: U hebt overgeleverd; U hebt verloochend; U hebt gedood! Een regelrechte aanklacht. Religieuze twisten en schisma’s zijn vaak feller en dieper dan zakelijke (zie verdeelde christenheid; zie salafisten en soennieten; Rohingya’s  en boedhisten in Myanmar). Door toe te voegen ‘daarvan zijn wij getuigen’ plaatst hij de volgelingen van Jezus als brug tussen beide partijen en biedt een kans tot inkeer. Petrus noemt Jezus: “De vorst (beter: Leidsman) ten leven”. In die titel zit de kern van de verkondiging van Jezus de Christus opgesloten: is Hij dat of juist niet!

Het Evangelie vertelt eerst hoe Jezus verschijnt en herkend wordt door de Emmaüsgangers en dan hoe hij zich toont aan alle leerlingen. Opeens staat hij in hun midden. Blijkbaar doen deuren en sloten er nu niet meer toe. En in hun midden: ‘in medio ecclesiae’ Hij is het centrum van hun leven. Dan toont hij zijn kruiswonden aan handen en voeten: hij is het, de gekruisigde. En om alle twijfels weg te nemen eet hij voor hun ogen! Dus hij is het echt! Maar dan zegt hij, “toen ik nog bij jullie was”. Maar hij is er nu toch ook? Of is dat toch anders dan toen? Maar dat hij er is, is wel heel reëel, dat is in het voorgaande wel duidelijk gemaakt. Misschien niet fysiek echt, maar wel reëel – zo reëel dat het grote impact op hun leven heeft.

Bij de Emmaüsgangers gingen de ogen open (31), nu opent hij hun geest (45) om de schriften te verstaan. Om Hem te begrijpen tegen de achtergrond van de  traditie “in de Wet van Mozes, en bij de Profeten en in de psalmen”

Henk Bloem, pastor

 

Voor blogs bij de lezingen op deze zondag lees hier