Schriftlezingen:  Jesaja 7,10=14  , Mt 1. 18—24

Koning Achaz, koning van Juda, mag een teken van God vragen. Maar Achaz, vrome jongen, wil God niet voor de voeten lopen. Is dat bescheidenheid? Valse bescheidenheid? In ieder geval, niet Achaz maar de Heer geeft zelf een teken -mensen hebben er geen zeggenschap in. En het teken wijst niet naar een God of koning, naar een ‘geslaagd’ iemand, maar naar een jonge zwangere vrouw wier zoon Immanuel (= ‘met ons is God’) genoemd zal worden. Er zijn twee momenten van geboorte: de eerste, de geboorte uit de moederschoot: een zoon ter wereld brengen. De tweede, de naamgeving: “zult hem de naam Immanuel geven’, die de identiteit van de boreling benoemt. Wij zeggen: “What is in a name?” Nou, een heel leven!
De jonge vrouw die zwanger is van Immanuel is het teken van Gods wege, waar al de voorgaande verwachting en hoop op uitloopt. Daarom nog een keer:

1e Advent: “Kom laat ons wandelen het licht van de Heer” (Jes 2);
2e Adventeen twijg ontspruit aan de stronk van Isai “(Jes 11);
3e Advent:Houd moed, wees niet bang, hier is uw God”( Jes35);
4e Advent  “de jonge vrouw is zwanger en zal een zoon”

Zwanger van Geest. Jozef gelooft daar niet zo in. Voor hem is zwangerschap een fysiek gebeuren. Een engel, oftewel: zijn Gods-verbondenheid, doet hem beseffen dat hier meer is dan alleen fysiek, dat hier een aloude profetie van hoop en verlangen vorm krijgt: een maagd zal ontvangen. ‘Maagd’: voor haar is dit kind niet louter ‘een opvolger’, is veel meer. Is vooral Godsgeschenk, drager van hoop en verlangen, “zolang verwacht”. Zo is ze vol, zelfs zwanger van Geest. Dat is geen concurrentie met een man. Hier wordt een ander aspect naar voren gehaald.  Inderdaad: net als ”ze was in de wolken” wat niet betekent dat ze niet met beide benen op de grond staat. Hij is degene “die zijn volk zal redden uit hun zonden”. Die een nieuwe hemel, nieuwe aarde waar gerechtigheid woont dichterbij brengt.

Jozef, haar man was een “rechtvaardige”( Math 1.19). Het kind was niet van hem in de zin dat dit kind méér was dan alleen: van mij! Het was voor hem. Christenen spreken van ‘heiligen’, van mensen die goed op weg zijn om bij GOD te horen. Kleine misstappen worden dan door de vingers gezien met het motto: “Hij/Zij is toch ook een mens”! De joodse traditie spreekt van  ‘rechtvaardigen’; zij kijken meer naar de MENS; naar wat/hoe hij doet, leeft, of recht en gerechtigheid (zie Jesaja 11) tekenend voor haar/hem is.  Een aspect dat bij het woord ‘heilige’ soms in de verdrukking komt en men achteraf ontdekt dat ze zo ‘heilig’ niet altijd geweest zijn.( denk bv. aan:….).In vers 20 zegt de engel:  “Wees niet bang”.Niet bang voor de verassend nieuwe beleving van de zwangerschap.
Henk Bloem, pastor

Voor de blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.