Schriftlezingen: Handelingen 2,14a.36-41, 1 Petr. 2,20b-25 en Johannes 10,1-10

Handelingen verhaalt hoe de joodse toehoorders schrikken als ze horen dat degene die zij gekruisigd hebben door God juist als Heer en Messias is aangesteld. Wat te doen? Petrus antwoordt: “Bekeer u”, wat voor Petrus betekent “red u” en wat meer is dan een Onze Vader en een Weesgegroetje. Deze “ommekeer” houdt een totale ommekeer in; niet-bekeren is je ondergang tegemoet gaan, is niet ‘gered’ worden, is een verloren leven. De bekering blijkt uit de doop. Die wast het verleden weg, en keert zich naar de nieuwe weg die redding betekent. En als het getal van drieduizend dopelingen klopt, dan is de missie van Petrus met de elf zeer succesvol.

In 1 Petrus staat de kernzin: 1)…in (Christus’) voetstappen te treden en 2) “want u was verdwaald als schapen maar nu bent u bekeerd tot de herder en behoeder van uwe zielen.” Tweemaal klinkt deze wending van oud naar nieuw, zelfs van slaaf en slaafsheid naar vrij en van “bekeerd tot herder en behoeder van uw zielen”. NB: ik vraag me wel af hoe “maar geduldig verdragen dat u te leiden hebt vanwege uw goede daden, dat is het wat God behaagt”, hoe je dit moet verstaan. Het doet mij ‘slaafs’ aan!

De evangelielezing opent met verschillende gedragingen. De herder komt openlijk door de deur, niet slinks langs een dievenpaadje. De schapen herkennen hem aan zijn stem. Jezus is de deur, hij is de officiële weg. Binnenkomen door hem is meer dan een fysieke verplaatsing van je lichaam. Jezus is de goede herder…met de klemtoon op ‘goede’. Er zijn er genoeg die zich ‘herder’ laten noemen. Maar ik ben de goede herder, geef mijn leven voor de schapen, sta voor hen in alsof het mijn eigen schapen zijn. Daarom heeft de Vader mij lief…Er ligt nog een hele weg te gaan voor ons!

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.