Schriftlezingen: Hand. 6.1-7 en Johannes 14.1-12

Lezing Handelingen 6.1-7: wat gaat voor: de kip of het ei…??
Zijn de leerlingen in Handelingen 6 belangrijker/beter dan de 7 doeners (diakens) voor de voedselbank?? Is Martha, de doen[st]er, belangrijker dan Maria, die als leerlinge aan Jezus’ voeten zit?
Het rabbijnse Jodendom vroeg zich al af: “Wat is groter: leren of doen? Waarop na enig heen en weer de beslissing viel: “Groter is de leer, want die leidt tot doen”. Maar ik zie ook dat mensen gewoon iets doen, – “dat doe je toch?” – en pas later horen welke leer, theorie, er achter zit. Of ook andersom: dat mensen wel weten, geleerd hebben hoe ’t moet, maar dat dat niet blijkt uit hun manier van doen!
Lastige keuze hè? Zoiets als eb of vloed; wat is eerst; wat is het belangrijkste?

Dus, zeg het maar. Of horen deze twee polen zo wezenlijk bij elkaar dat het geen of-of maar eerder
en-en is?
Henk Bressers, ooit parochiaan: “In deze coronatijd missen wij het gebaar, niet het woord.” Dus ‘doen’ voorop.
Graas Teuben (onlangs gestorven medeparochiaan) hoort bij de tentoonstelling ‘Ik geef om jou’, in het Catharijne convent een bezoeker zeggen: “Ja, kijk: die beeldhouwer heeft dat goed vormgegeven, die twee personen houden elkaar vast en je kunt niet zien wie van de twee nou geeft en wie hulp krijgt”. Is dit dan en-en? In het logo van het jaar der barmhartigheid heeft Jezus een arme sloeber op zijn schouders. Ze hebben samen één paar ogen, kijken dus door dezelfde ogen.
Kijken door de ogen van een ander. Is dat ook en-en?

Lezing Johannes 14.1-12: Ik ben de weg.
De leerlingen Tomas en Philippus zijn de onnozele aangevers. Hun vragen geven Jezus de kans ‘t nog eens uit te leggen. Tomas krijgt te horen: “Ik ben de weg”. Niet: ik weet /wijs/ bereid de weg, maar “Ik ben de weg”. En Philippus: “Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”. (Of moet je op Moederdag ‘Moeder’ zeggen?)
A. Grün, ‘Bezielend leiderschap’: “Als je het doel niet weet, hoe moet je dan de weg vinden?” (blz.127). Is dat Tomas’ probleem? Dat hij ‘ t doel niet kent? Niet weet waarvoor hij ‘t wel of niet doet ? Maar: Hij is de weg – hij laat dus over zich lopen. Ja toch? Daar kun je mee thuis komen.
Joke Litjes vertelde dat ze iemand de weg vroeg en die zei: “Wacht, ik loop wel even mee, want ik kan het zo moeilijk uitleggen”. Enerzijds loopt ze mee om de weg te wijzen, maar anderzijds gaan ze samen de weg.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier