Schriftlezingen Handelingen 9:26-31 en Johannes 15:1-8.

De nieuwkomer Saulus vindt geen aansluiting in de eerste Christengemeente; ze waren bang voor hem. Nu hoor je soms ook nog: ‘Je komt er niet tussen’. Bij Saulus (naar de eerste joodse koning Saul) had men redenen genoeg om hem niet meteen met open armen te ontvangen! Saulus – het werd verbasterd tot het Griekse Paulus, dat ‘kleintje’ betekent! – had de naam van fanatieke christenvervolger (lees Handelingen 9:1).
Barnabas bemiddelt en effent de weg voor Saulus. Barnabas zou een goede patroon zijn voor nieuwkomers die zich buitengesloten of afgewezen voelen. En voor geloofsgemeenschappen die zich afsluiten: ‘Zo is het altijd geweest en zo moet het dus blijven’.
De broeders nemen het tenslotte voor hem op. Het woord ‘broeders’ (vergelijk: broederschap/verbroedering) raakt aan de kern van deze nieuwe weg. Geen ‘ons kent ons’, maar ‘tutti fratelli’. Logisch eigenlijk als je van één Vader spreekt en “Onze Vader” bidt.
Tweemaal is sprake van ‘vrijmoedig’. Het is een kernwoord voor beginnende missionarissen als Petrus, Paulus, Barnabas, die willen dat deze goede, blijde boodschap, vrijmoedig, dus ongehinderd en ongecensureerd overal zal klinken. Daarom staat dit woord vrijmoedig (zie ook 4:29) nog eens in de allerlaatste regel van het hele boek als een hoopvol perspectief op de toekomst.

De Evangelielezing draait rond twee woorden: ‘vrucht dragen’ (6x) en ‘blijven in’ (5x). Zoals vertakkingen aan de wijnstok alleen kunnen leven en vrucht dragen als ze verbonden zijn met de hoofdstam, zo kunnen leerlingen alleen ‘productief’ zijn als ze met de persoon en woorden van hun meester verbonden zijn. Dat is het criterium en die verbinding heet: ‘in Hem blijven’. Los van Hem zijn ze nergens. Deze relatie is geen onveranderlijke natuurwet. Het vraagt onderhoud, bijsnoeien, ‘zuiveren’. Bemerk dat het ‘zuiveren’ gebeurt aan een tak die al vrucht draagt. Het is geen afwijzing, het is opbouwende kritiek, om te verbeteren. De verbinding – een zwak woord voor ‘blijven in’ – met de hoofdstam, met de ware wijnstok, is daar wezenlijk voor. De relatie is wederkerig: “Blijft in mij, zoals ik in jullie” (vers 4). Van de ranken naar de stam en van de stam naar de ranken; communicerende vaten. De leerlingen zullen sprekend hun meester zijn, en de meester zal spreken door zijn leerlingen (vers 10). Zou best de moeite waard zijn om eens te kijken wat er voor paralellen met nu in dit stukje zitten.

De nieuwe geloofsgemeenschap had al spoedig een naam: De aanhangers van de Weg (Handelingen 9:2). Een weg! Om te gaan! Dat is heel raak. Want Christen zijn is geen bezigheid die je zittend kunt doen. Het houdt Navolging in. Jezus navolgen op zijn weg van liefde en van leven. (uit: F. Brand, Der Bibel Tag für Tag).

Henk Bloem, pastor.

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.