Schriftlezingen: Handelingen 15,1-2,22-29 en Johannes 14,23-29

De besnijdenis is een heikel punt voor de eerste christenen. Judeeërs uit joodse, zelfs Farizese kringen met een wettische achtergrond willen dat je je als volgeling van Jezus aan de wet van Mozes moet houden. Dit zet de identiteit van de nieuwe Weg (zie Handelingen 9,2) op het spel. Het is zo’n fundamenteel probleem dat ze ‘t aan de apostelen en oudsten in Jeruzalem willen voorleggen. Want daar liggen hun wortels – daar is het begonnen. Jezus zegt meermalen dat Hij naar Jeruzalem moet gaan (Lucas 9,51 en 13,22 en 19,28) en na Pasen vertrekken de leerlingen van uit Jeruzalem. Daar is de bron, en naar Jeruzalem komen is voor hen als drinken uit de ware bron.
Paulus en Barnabas worden verwelkomd door 1) de gemeente, 2) de apostelen, en 3) de oudsten. Dat klinkt heel synodaal ‘samen’, maar: alléén voor mannen! De lezing laat de vergadering voor wat ze is en gaat meteen naar het besluiten- en afsprakenlijstje. Daarbij valt op:
In vers 22: 1) apostelen, 2) oudsten 3) hele gemeente BESLUITEN een brief te schrijven.
In vers 25 schrijven ze dat ze eenstemmig BESLOTEN
In vers 28 concluderen zij: De heilige Geest en wij hebben BESLOTEN.
Driemaal komen ze tot een besluit en driemaal staat erbij dat ze als ‘wij’ en met eenstemmigheid tot het besluit komen. Op grond van die gezamenlijke eenstemmigheid durven ze te schrijven: “De heilige Geest en wij!” De heilige Geest is van ‘samen’, van ‘eenstemmig’. Waar die eenstemmigheid heerst is Gods Geest aan het werk. En Petrus concludeert: Als de heilige Geest geen onderscheid maakt tussen joodse en niet-joodse afkomst, wie zijn wij dan om dat wel te doen en zelf voor God te gaan spelen! Boeiend stukje kerkgeschiedenis, en een wijze Petrus, niet?

Op de vraag van Judas (Taddeüs, niet Iskariot) waarom hij zich wel aan zijn leerlingen en niet “aan de wereld” laat zien, zijn er volgens Jezus twee mogelijkheden: 1) je kunt Jezus beminnen en zijn woord onderhouden, en 2) je kunt Hem ook niet beminnen. Het “zien” hangt samen met de liefde waar Jezus drie keer van spreekt, En wie niet liefheeft, ziet niet. Ziet ‘de liefste’ niet. Kijken is één, maar of je dan ook ziet?! Dit zien wordt niet beter door bij Specsavers aan te kloppen. Maar kijken met liefde doet je andere dingen zien. En soms helpt een ander je kijken en pas dan ga je iets zien, wat je alleen niet deed.

Vrede laat…mijn eigen vrede geef ik jullie. Maar niet de vrede van alle dag. Het is zijn vrede en Jezus heeft ook een eigen manier van geven. Zijn geven is gratuite, om niet: “Ik geef mijn leven voor mijn schapen” (Johannes 10,15). Hij verlangt geen tegenprestatie: Just do it. “Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is” (Lucas 6,36). Het dragende principe is niet de wederkerigheid, maar de liefde, oftewel de barmhartigheid, de goedheid. Boeiend stuk kerkgeschiedenis en tevens heel actueel.

Henk Bloem, pastor

Voor blogs bij de lezingen van deze zondag: lees hier.