Dat ‘de laatste vijand vernietigd wordt’ moeten wij zo opvatten: niet zijn door God gemaakte wezen gaat verloren, maar wel zijn bedoeling en zijn vijandige wil, die niet van God komt, maar van hemzelf. Hij zal dus vernietigd worden, niet om niet meer te bestaan, maar om geen ‘vijand’ en ‘dood’ meer te zijn. Want voor de almachtige is niets onmogelijk, niet is ongeneeslijk voor zijn schepper. Hij heeft alles gemaakt met de bedoeling dat het zou bestaan, en wat gemaakt is met de bedoeling dat het zou bestaan, kan niet niet bestaan.
Origenes van Alexandrië, kerkvader
De Basis [Περι Αρχων], boek III, 6.5.