De lezingen van deze zondag overziend zou ik zeggen: God,en zijn Messias, doen er alles aan dat mensen leven, dat is zijn kenmerk. God wil levende mensen. Niet vanuit liefdadigheid maar vanuit verantwoordelijkheid. God weet zich verantwoordelijk voor mensen.

* In 2 Kon 4 wordt niet gesproken van het brood delen, wel van: ”Geef deze mannen te eten”. Want: “zo spreekt de Heer: zij zullen eten en overhouden’.  Er wordt niet van breken en niet van delen gesproken. Ik denk dat deze episode wil onderstrepen dat de man die de broden brengt een man Gods is. Boodschapper Gods.

*Ignatius van Antiochië werd vermoedelijk 110 na Chr. in een romeinse arena voor de leeuwen gegooid. ”Gods broodkoren ben ik”, zei hij, ”vermalen door de tanden van de dieren, zodat ik zuiver brood van Christus word uitgevonden”. Wreedheid is niet pas in onze eeuw uitgevonden!

*Het gezegde zegt : “Waar het visioen ontbreekt, rest alleen het systeem”. Visioen, van visie, visionair, van hoopvol en vertrouwvol kijken in de toekomst.  En systeem, van binnen de voorgeschreven lijntjes blijven. Waar het visioen ontbreekt valt niet alleen alle vlees maar ook alle geest weg.
Inde Engelse tekst staat “idealism”  voor de (nog onbekende) toekomt, die wel op je toekomt. Bij systeem weet je al wat er komt—tenzij je van de lijn afdwaalt maar dat is niet de bedoeling.
“Without idealism, politics is reduced to a form of social accounting, the day to day administration of men and things. This is something that a conservative can survive well enough. But for the Left it is a catastrophe”. (Tony Judt).

*Emanuel Levinas (gestorven december ’95)  stelt in  zijn filosofie niet het zijn, maar het verantwoordelijk zijn centraal. Niet het ik of het subject, maar de ander, de mens tegenover mij. Hij zei “ik poog niet van de wereld uit te denken, maar vanuit de naaktheid van het gezicht dat mij ontmoet”. Verantwoordelijkheid is een centrale notie in Levinas werk. Martin Buber legde de nadruk op de wederkerigheid in de relatie van mens tot mens, voor Levinas gold ‘dat de ander altijd belangrijker is dan ik’. De uiterste vorm daarvan vond Levinas verwoord in de tien geboden: “Gij zult niet doden”. Zouden  bijbellezers deze gedachtegang en gedrag  ook in ons christelijk geloven terug vinden?

*De paus zei ooit dat de H. Geest de kerk des-institutionaliseert, ten einde haar daarna anders te kunnen her-institutionaliseren. Hij ziet het als zijn eigen rol als Paus. In die zin is hij ontregelend en ontwrichtend, maar het doel is altijd een grotere eenheid, een grotere trouw  aan het evangelie en aan Christus. Want wat in een bepaald tijdperk van de kerkgeschiedenis het evangelie kon dienen, kan in een ander tijdperk een obstakel worden. Om dit te onderscheiden—daarvoor ben ik nu paus, zegt hij.

Emeritus-pastor Henk Bloem