De blogs van deze week gaan over ons leven dat we kunnen zien als een grote reis. Hoe gaan we daarmee om?

 

Franz Kafka: ‘goede reis’
Ik beval mijn paard uit de stal te halen. De dienaar verstond me echter niet dus ik ging zelf de stal in, zadelde mijn paard en besteeg haar. In de verte hoorde ik een trompet. “Wat betekent dat”, vroeg ik. Maar hij wist niks en had niks gehoord. Bij de poort hield hij me staande: “Waar gaat u heen, Heer?” “Weet ik niet”, zei ik, “maar weg van hier, weg van hier, steeds verder weg van hier, alleen zo kan ik mijn doel bereiken”. “U weet dus wel uw doel”, vroeg hij. “Jazeker”, zei ik, “ik zei het toch: weg van hier, dat is mijn doel”. “U neemt geen extra eten mee voor onderweg”, zei hij. “Heb ik niet nodig” zei ik, “de reis is zo lang dat ik doodga van honger als ik onderweg niks aangeboden krijg. Daar helpt geen extra voorraad aan. Ja, gelukkig, ‘t is een werkelijk ongelooflijke reis.”

Inscriptie in een oude lepel

waarom hij die mij schiep
leefde liefhad en stierf
weten de sterren misschien
misschien ook niet

maar in mij is nog iets
van zijn koninklijke natuur
nog iets van de manier
waarop hij liep.
W. Wilmink, ‘Verzamelde gedichten’, p. 81

Romano Guardini, ‘De Heer’, “Geloven betekent met onze gedachten, met ons hart, met ons gevoel voor juist en onjuist, met alles wat ons menselijk leven omvat, Christus’ leerschool volgen. Laat ons niet vergeten dat het gehele schip verkeerd vaart. Daarom helpt het ons niets, wanneer we op het schip van rechts naar links lopen of wanneer we een bepaald apparaat door een ander vervangen; het gehele schip moet een andere koers volgen…”.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier