De blogs van deze week gaan over missie, uitzenden en vaderdag.                                  .

Heel toepasselijk citeert de schrijfster Hannah van Binsbergen:
Onze strijd moet gaan over het bouwen van een nieuwe en verrassende wereld, niet over het behouden van door het kapitaal gecreëerde en vervormde identiteiten. (Trouw 15 juni 2020). Jeremia was zo oud nog niet!


Over onze missie schrijft A. Grün:
De zielzorg waarvoor Jezus ons op pad stuurt, is een pastorale aangelegenheid. Zieken genezen betekent niet per se dat ze fysiek gezond worden. Maar onze boodschap en ons contact met hen mogen tot steun en troost zijn, zodat ze zich met hun ziekte verzoenen en die gebruiken om als mens, niet louter als zieke, voor God en mensen te leven.
Veel mensen zijn al dood. Ze functioneren en storten zich in de hectiek van alledag, maar innerlijk zijn ze dood. Als christenen hebben we de missie de doden op te wekken, zodat ze weer gaan leven en voelen dat ze met hun ziekte in contact komen, dat het leven weer in hen gaat stromen.
Anselm Grün, Het evangelie spiritueel gelezen. Deel 1 Matteüs en Marcus

“Ik geloof in de ene heilige katholieke en apostolische kerk”
We weten wel dat ‘katholiek’ niet hetzelfde is als ‘rooms-katholiek’. Daarom bidden sommigen: ”Ik geloof in de ene, heilige alomvattende…kerk.” Er zit een opdracht in verpakt, er moet aan gewerkt worden.
Zo dacht ik bij ‘apostolisch’ dat dat woord komt van het griekse apostellein = uitzenden. Dus met dat woord kijken we niet zozeer naar onze oorsprong, onze afstamming maar veeleer naar onze opdracht voor de toekomst. In het woord ‘apostolisch’ zit zending, missie, uitzendkracht. Daar geloven wij in.
(vgl. Lucas 24; Matteus 28). En dat eropuit trekken, geldt ook intern. Niemand is er al. Kerk is geen stilstaand water! Is, zoals het 2e Vaticaans Concilie formuleerde: semper reformanda. In goed Nederlands: voortdurend te hervormen.
Henk Bloem, pastor

 

En dan is het vandaag ook nog Vaderdag 

Er zijn veel teksten gedichten liederen van o.a. Judith Herzberg, Rutger Kopland, Stef Bos, Freek de Jonge, Michel v.d. Plas. Ik koos:

Als ik zeg: ‘Onze Vader, die in de hemelen zijt’
sta je aan het eind van het tuinpad
en ik weet, dat  je straks komt kijken of
ik het tuinpad regelmatig geharkt heb,
en geen steen in het gras is gespat.
Als ik zeg: ‘onze Moeder, die in de hemelen zijt’,
sla ik even mijn arm om je heen,
lopen we samen, knippen hier en daar
een verdorde roos en zetten een stokje
bij een geknakte stek.
(Tineke van Waveren)

Op Madagaskar krijgt elke hooggeplaatste verantwoordelijke, religieus en burgerlijk, de titel: Raïnmandren.  Letterlijk is dat: ‘vader en moeder’. Enerzijds het gezag, de kracht van vader en anderzijds de zacht en tederheid van moeder—en dat in één persoon.


Erik Menkveld schreef in een gedicht:(verkorte weergave)
….Alles mag je worden van mij: zeeman,
boswachter, archeoloog, of ….
……….
Behalve ongelukkig. Beloofd?

Bij mijn vlucht uit Cono bleef het gezin (voorlopig) achter. Sinds die tijd word ik niet meer met pappa aangesproken. Vroeger, bleef ik op zondag thuis bij de kinderen en moest gemiddeld om de 5 minuten een vraag beantwoorden die begon met: Pappa, wil je komen kijken? Pappa weet je dat…?, Pappa waar ligt dit of dat? Pappa vind je het goed dat? Dat wil zeggen dat het woord pappa zo’n 84 keer tegen me werd gezegd. Na mijn vlucht 3 jaar geleden, heb  ik dus op de zondagen 52 weken x 82 keer pappa x drie vluchtjaren zo’n 12.000 keer het woord pappa gemist. Moet ik vergeten dat ik kinderen heb? Kun je datgene wat een tweede natuur is geworden, vergeten?
Q. Shafiq, Veelzeggende cijfers, blz. 102, COS Gelderland
(Een prachtig boek met verhalen en gedichten van vluchtelingen, een aanrader!)