Iets moeten doen: dat kan door een ander worden opgelegd, maar het kan ook uit jezelf komen, uit verantwoordelijkheid. Daarover gaan de blogs van deze week.

De  vraag is: Wil God, de Vader dan dat hij lijdt? Dat kan toch niet? Een vader die zijn eigen zoon…wat is dat voor vader? Of is het Jezus’ eigen keuze om tot het uiterste toe mens van God, van zijn Vader, van ‘t Koninkrijk der hemelen, te zijn? De keuze daarvoor voert hem onontkoombaar naar het kruis. Dát kost hem dit leven… maar juist om het Leven gaat hij deze weg. Om het leven zoals het God voor ogen staat.

Abel Herzberg schrijft: “..En dat, zoals er mensen zijn, die zingen, niet omdat ze dat willen, maar omdat er een stem in hen oprijst, er ook mensen zijn die geloven, niet uit angst en niet uit hoop op beloning, maar omdat zij krachtens hun wezen niet anders kunnen… Het wordt de weg naar de ontmoeting met God”.
Brieven aan mijn kleinzoon, Salamander reeks, Amsterdam, p. 168

 

Trouw interviewt op 24 september 2011 advocate Liesbeth Zegveld die de zaak van nabestaanden van Rawagedeh (1947) en van nabestaanden van Sebrenica tegen de Nederlandse staat verdedigde. Zij zegt: “In mij is een soort vlammetje dat zegt: Dit is onrechtvaardig”. En: “Mijn missie is nog niet af.” -zoveel zaken die onder ‘t kleed geschoven worden vanwege politiek belang, internationale verhoudingen, machtsmisbruik. Zij blijft (mee)roepen: geweld, onderdrukking, waar andere “ssst” zeggen. Recht heeft fundamenteel met gelijkheid van doen.
(NB “Geweld” wat Jeremia roept, is in het Hebreeuws: ‘chamash’- wat nu weer klinkt!)

 

Vlam in mij, laai weer op
hart in mij, heb geduld
verdubbel het vertrouwen
vogel in mij, laat zich opnieuw ontvouwen
de vleugelen, de nu nog moede en grauwe;
o, wiek nu op uit de verbrande takken
en laat den moed en uwe vaart niet zakken|
het nest is goed, maar het heelal is ruimer.

(Marsman)

 

De kleindochter die haar opa ziet bij de Amsterdamse Schouwburg vanwaar de Joden worden afgevoerd naar vernietigingskampen, zegt: “Maar opa, u bent toch al oud? U moest  toch niet hier komen? Alleen wij toch?” krijgt als antwoord: “Daarom moest ik gaan. Daarom moest ik vrijwillig gaan”. (Clara Asscher-Pinkhof).

Dit ‘moeten’ heeft met verantwoordelijkheid te maken, niet met noodlot van buitenaf. Ooit kwam ik in een gezin waar de man zijn demente vrouw thuis verzorgde: “Het is gewoon mijn plicht. Ik heb toch geen keus! Acht en veertig jaar zijn we samen gelukkig geweest. Is zij een perfecte vrouw voor me geweest. Ik moet toch – ik doe het met liefde”.

Dit raakt misschien wel de kern van het Evangelie, dat namelijk Jezus’ ‘moeten’ met liefde is verbonden. Liefde die uiteindelijk betekenis aan ons leven geeft.

(Henk Bloem)

 

Met  “van toen af begon Jezus” wordt een tweede deel in het Mattheus evangelie gemarkeerd. Jezus ‘zegt’ het ook niet alleen tegen hen, maar hij ‘laat zien, maakt duidelijk’(grieks: deiknuein). Dat gaat niet vanzelf, want zo hebben ze het nog nooit gezien! Het is frappant dat Petrus’ afwijzende reactie ook met ‘begon’ wordt ingezet, parallel aan het “begon Jezus” in vers 21. Het geldt dus -mutatis mutandis- voor beiden.

Jezus reageert fel: “Vooruit, achter mij, satan!”. Het “achter mij” is een afwijzing, maar tegelijk een hint naar  navolging zoals bijv. in: 10.38 “Wie zijn kruis niet opneemt en niet achter mij aankomt, is mij niet waard”.

(Henk Bloem)

 

Paulus schrijft in zijn brief aan Titus (2.1):
“Oudere mannen moeten matig zijn, ernstig, bezonnen, gezond in geloof, liefde en volharding”.

Dat kan ik me, behorend tot de risicogroep, aantrekken. Groeten aan allemaal.
(Henk Bloem)

 

Meer verdieping vindt u in de toelichting bij de lezingen van deze zondag.