Notities over tijden die veranderen, maar wat belangrijk is niet.

Ooit was Christus Koning een triomfalistisch feest met baldakijn, bruidjes, en processie. De kroon (= corona) op het hele kerkelijk jaar. Prof. Herman Schaepman componeerde:

“Aan U, o Koning der eeuwen, aan U blijft de zegekroon.
Onsterf’lijk schittert Uw glorie door alle haat en hoon!
De volkeren verdwijnen, maar luider klinkt het lied:
De wereldzon blijft schijnen, haar glanzen sterven niet!”
Maar de tijden veranderen, en wij met hen.

Uit F. Hummels en K. Sitalsing, En dan nu het goede nieuws, p. 47:

Ik had honger en jullie zeiden: Stil maar, wacht maar…
Ik had honger en jullie stelden een commissie i
en jullie zeiden dat het altijd zo geweest was
en jullie hielden er een preek over
en jullie waren bang voor de werkgelegenheid
en jullie hadden het over marktmechanismen
en jullie stuurden een schip met melkpoeder
en toen het op was had ik weer honger en jullie zeiden:
blijven ze aan de gang? Wat hebben we eigenlijk met ze te maken?
Heb je weleens in een vuilnisbak gegraaid? Eruit gegeten? – er zit soms nog zoveel in. En hoe voelt dat?

Paus Franciscus schrijft in Evangelii Gaudium No 24 dat verkondigers van het evangelie ‘de geur van schapen’ moeten hebben.

Ooit vroeg ik een kind op school of ze later pastor wilde worden.
“Neen”, zei ze,” ik doe liever iets met dieren”.

Heinrich Böll schrijft: Het is schoon een hongerend kind te voeden, het zijn tranen te drogen, zijn neus te snuiten, het is schoon een zieke te genezen. Dit domein van schoonheid is nog onvoldoende verkend. Niet alleen kunst, mens, natuur maar ook recht en gerechtigheid zijn schoon en vol poëzie. Mensen die voor iemand in de bres springen, wil ik eren, diegenen die weten wat het is een vreemdeling te zijn, of een vervolgde die nergens welkom is. (Orientierung No 15/16 Zürich 1985)

Bij de begrafenis van moeder Teresa schreef paus Johannes Paulus II: Zij die hongeren kunnen niet wachten tot de rest van de wereld met het perfecte antwoord komt. Zij hebben daadwerkelijke solidariteit nodig.

Emmanuel Levinas: Onze harten openen zich gemakkelijk voor de ontrechten, de portemonnaie moeilijker, en de deuren van ons huis het allermoeilijkst. (Citaat in Tenachon #4)

Uit Outcasts, ISBN 9052631905

Ik hoor jouw stem:
‘Hij klopte en je deed open.
Hij had honger en je gaf hem een maaltijd.’
Ik kan hem niet veranderen.
Zijn keus moet ik respecteren,
hij is mijn  medemens,
de graadmeter voor jouw rijk.
Ongelooflijk. Amen.

Jacques van Workum, Trekganzen en zwervers, Roodkoper 15 (2 juni 2011): Op een station ziet de wachtruimte er chique uit of er zijn bewakingscamera’s geplaatst. Anders zouden zwervers er gaan zitten. Met trekganzen zouden we heel anders omgaan!

Jan Pieter Guépin

“Ken jij Sinterklaas?”
“Alleen in vermomming”.
“Dus als hij onverhoeds voor je staat, als
hij nat en vies, smeekt toegelaten te worden in je huis,
als hij, nederig , om een maaltijd bedelt?”
“Dan doe ik net of hij niet bestaat”.

Het geheim van de koning

In onze evangelielezing  wordt niet gevraagd of je hoogopgeleid was, of je een groot verdiener was, hoe oud je geworden bent, of je carrière gemaakt hebt. Er wordt alleen gevraagd: Wat heb je voor anderen gedaan? Voor de hongerige, de gevangene, de dakloze, de zwerver. Daar gaat het uit-einde-lijk, de-fini–tief, ten-slot-te om.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezing van komende zondag: lees hier.