Notities en gedachten over hemelvaart, over waar die hemel te plaatsen is en wat het betekent dat Jezus omhoog geheven werd; is hij weg of is hij juist onder ons?

Onze vader die in de hemel is
Wat moet je met “Hemelvaart” nu we weten van een uitdijend heelal dat miljarden jaren oud is en miljoenen lichtjaren ruim. Of maakt Hemelvaart juist duidelijk dat ‘t hier om meer dan fysiek gaat. Dat de zin “werd hij ten aanschouwen van hen omhoog geheven en een wolk onttrok hem aan hun ogen” niet fysiek genomen moet worden? Het wil zeggen dat Jezus niet zoals vroeger, maar op een andere, hemelse wijze met hen zal zijn. Zeg maar, zoals: “Onze vader die in de hemel is”. Die is er fysiek niet en toch aanwezig op een andere hemelse wijze. En wijzelf kunnen iemand/iets aanwezig stellen door te zeggen dat ’t er niet is.
Van Jezus wordt geschreven dat hij “herhaaldelijk heeft bewezen dat hij na zijn lijden weer in leven was”. Het verhaal stopt niet na het lijden en sterven van Jezus. Hij pakte niet gewoon de draad weer op …maar Hij was er wel. ‘Hemelvaart’ zegt dat het niet ‘gewoon’ verder gaat, zoals de leerlingen denken die vragen naar het herstellen van Israëls rijk. Jezus antwoordt op een ander niveau; dat van de Geest.

Je blijft iemand op wie wordt gewacht
Zo dicht Rutger Kopland in zijn gedicht: Weggaan. Dat lijkt me echt een gedicht voor Hemelvaart. Hij schrijft ook: “Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven”. Dat past exact bij Hemelvaart, net als de slotzin: “Niemand neemt afscheid want je bent er nog. Hemelvaart is toch geen rouwfeest, geen droevige herdenking?

Afwezig maar toch
Waar een vrouw stond of zat
heerst nu niets dan licht, afwezigheid
maar omdat hij wist waar zij eens was
haar kwetsbare hals gebogen is er
daar meer dan licht en schrijnt zij nog
in kale meubels na.

Alle deuren open naar elkaar
luisterend naar het licht dat valt
dat niemand tegenkomt, in schuine banen
over strakke plinten strijkt en
stilhoudt voor een stoel een tafel
die steeds zwaarder te slapen staat
(W. Hammershoi)

Theophilus
Een eigennaam? Een soortnaam? Zeg het maar. Slaat het op één bestaande persoon? Geldt het voor ieder die een Theofiel, een Godsminnaar is? Voor ieder die die andere dimensie zoekt, waarin ‘leven’ meer is dan eten, drinken, je brood verdienen. Waarin ‘de anderen’ broers en zusters zijn, waar …ben benieuwd of we voor die andere dimensie ook woorden hebben.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van komende zondag: lees hier.