Enkele notities ter overdenking van de lezingen van deze week. Over roeping, zonlicht, vissen en meer. Gedichten van Chagall, Dag Hammarskjold en Czeslaw Milosz.

Roeping
…zit tussen Roepen en Horen in. Wie Roept? Wie Hoort? Wordt er nog geroepen? Wordt er nog gehoord? Hoe klinkt de roep dan? Hoe moet je afstemmen om die Roep te Horen? Moet je daarvoor een techneut zijn?

Zonlicht
Als je bij maanlicht het huis schoonmaakt, valt het allemaal best mee, maar zodra de zon opkomt zie je pas hoe smerig ’t eigenlijk is. Jesaja en Petrus zien zichzelf in het goddelijk licht…en dat is een openbaring voor hen, daar steken ze maar schameltjes tegen af: “Heer ik ben een zondig mens….”.

Marc Chagall
“Ik ben uw zoon
Op aarde die nog nauwelijks loopt
U hebt mijn handen gevuld
Met kleuren met penselen
Ik weet niet hoe ik U moet schilderen.
Moet ik de aarde schilderen, de hemel, mijn hart
Brandende steden, vluchtende mensen
Met ogen vol tranen
Waar moet ik heen vluchten, tot wie omhoogvliegen
Hij die daarginds het leven schenkt
Hij die de dood uitzendt
Misschien kan die maken
Dat mijn schilderij een feest van licht wordt.”

Dag Hammarskjōld
…secretaris-generaal van de VN, omgekomen bij vliegtuigongeluk(1961), schreef:
Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde.
Ik weet niet wanneer ze werd gesteld.
Ik herinner me niet dat ik antwoordde.
Maar eens zei ik ja, tegen iemand – of iets.
Sindsdien heb ik de zekerheid
dat het leven zinvol is
en dat mijn leven, in onderwerping, een doel heeft.
Sindsdien weet ik wat het wil zeggen: ‘niet òm te zien’;
‘je niet bekommeren om de dag van morgen’.

Czeslaw Milosz
Lieve Heer, ik hield van aardbeienjam
en van smaakvolle vrouwen en
ook van gekoelde wodka, ingelegde haring,
van geuren: die van kaneel en kruidnagels.
Wat ben ik dan voor een profeet? Waarom zou
de geest over zo eentje komen? Er waren zoveel
anderen, terecht uitverkoren, geloofwaardigen.
wie had mij dan vertrouwd? Ze zagen toch
hoe ik op het eten aanviel, glazen achterover sloeg
en gretig naar de hals van de serveerster keek.
Onvolmaakt en me daarvan bewust. Naar grootheid
dorstend, in staat deze overal te herkennen
Maar toch niet volledig helderziend,
Wist ik wat voor kleinere mensen als ik overblijft:
Het festijn van de kortstondige hoop,
De assemblee van de hoogmoedigen,
Het toernooi van de gebochelden, de literatuur.

Vissen
Dat er ineens een massa vissen opduikt lijkt een mindfuck! Petrus kan het niet ‘logisch’ verklaren. Zijn reactie is: Op de knieën en zijn eigen zondigheid/tekortschieten, bekennen. It is possible to live three days without eating or drinking. But you cannot live without hope, not even for three minutes. Zou dit op Petrus’ gedrag bij deze gelegenheid toepasbaar zijn?

Plan?
Als God nu echt een plan heef
Wat moet hij dan met mij
Pas ik in dat plan van hem
Of hang ik er wat bij?

Loop ik voor spek en bonen
Er zomaar tussendoor?
Of gaat er iets gebeuren
Gebruikt hij mij daarvoor.

Zou ik het dan volbrengen
Of ga ik fout en faal
Heb ik alleen die vragen
Of wij allemaal?
(uit: Gedichten uit de gevangenis)

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van deze zondag: lees hier.