Enkele notities ter overdenking van de lezingen van de vijfde zondag van de veertigdagentijd. Over heden, verleden en toekomst. Over recht en genade en meer.

Jesaja 43.16-21
De zin uit Jesaja 43.19 keert terug in 46.9 en 48.6. Drie keer horen we van grote depressie, van een ‘godsvolk zonder geloof in de toekomst’; vroeger was alles beter. Een Godsvolk dat de hoopvolle kiemen niet meer ziet er gewoon overheen sloft en mensen die moeite hebben te geloven in: er komen andere tijden. Een drievoudige bevestiging moge hen helpen: IK ga iets nieuws beginnen. Ik ga een weg leggen, Ik geef water in de woestijn. Maar niet iedereen slaagt erin deze hoop te pakken, daaraan vast te houden.
Wat is eigenlijk een grotere verschrikking: het heden, het verleden of de toekomst? Ik zou zeggen het verleden. Omdat het onherroepelijk is. Of is het wachten op het nieuwe misschien juist het nieuwe, de opening.

Wat de sterken niet weten
Nóg niet weten
Dat op mijn grond
Gras aan het groeien is
Dat er een briesje waait
En dat de storm
Niet uitblijft
(Anoniem)

Johannes 8.1-11
Van de Evangelielezing spraken we hierboven al kort. Nog enkele invalshoeken:
– “Een leven na de dood was bij verschillende religies gemeengoed, maar een leven na de zonde was buiten het christendom eigenlijk onbekend.” (J. van Laarhoven)
– Niet de wet- en rechtsmatige weg maar compassie (mee-lijden) is nodig om mensen niet op te sluiten in hun fouten en zonden. (A. Zegveld)
– in de Babylonische Talmud, Berachot 10A vraagt Rabbi Meir aan God de rovers te verdelgen, waarop zijn vrouw protesteert: “Er staat toch niet ‘de zondaars’, maar ‘de zonden’!
– Recht zonder genade is geen recht, maar onrecht. Genade zonder recht is geen genade maar willekeur. (Abel Herzberg).
– Het geneesmiddel tegen zonde is niet uitstoting maar zorg. (Hans van Munster, Franciscus blz. 71).

Ik gooi geen steen
Ben zelf omringd
En wacht op degene
Die zwijgend
In het zand schrijft
Tot ze allemaal weggaan
(J. Miachlevski, Unterwegs 2017)

– In iedere moordenaar schuilt een mens. (een filmregisseur)
– Jan van Kilsdonk vertelt dat een tiener van 22 jaar aan zijn oma vertelt dat hij homofiel is. Zij trok hem naar zich toe en gaf hem een kus. Verder niks. Een week later vertelt hij ’t zijn moeder. Die barstte in tranen uit. Toen ze doorging met snikken zei de jongen: “Oma gaf mij een kus.” “O ja, maar oma houdt ook niet zoveel van jou als ik”, zegt moeder. Waarop de jongen zei: “Oma, niet houden van? Ach moeder toch.”

– WERP NIET DE EERSTE STEEN
Als u nooit naar de hand van uw vader hebt gezocht
Of tevergeefs de liefde van een moeder
Als u nooit honger geeft gekend
Die hardnekkige misère zonder ophouden
Gooi dan niet de eerste steen

OP HETERDAAD BETRAPT
Op heterdaad betrapt bij het overspel
En overdaad schaadt, dat wisten ze wel.

Bij Jezus aangebracht, een listig idee
Met Mozes’ wet klemgezet, wat doet hij ermee.

Maar Jezus oordeelt niet en zwijgt nog stil
Tekent voort, ongestoord alsof hij denken wil.

Spreekt zich toch uit over hen heen
Wie geen zonde doet, grijpe moed en werpe een steen.

Toen keek hij op en zag niemand meer staan
Heeft haar het leven gegeven, ruimte om te gaan.
(Jeannette v. Andel)

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van deze zondag: lees hier.