Ons woord ‘martelaar’ is geënt op het Griekse ‘martus’, getuige. Door zijn martelaarschap getuigt hij – en niet alleen met woorden.

De paus zei dat we religie nodig hebben om tegemoet te komen aan de dorst naar wereldvrede en de dorst naar het oneindige dat in het hart van elke man en vrouw woont. En ik las dat iemand de religies zo ‘nuttig’ vond, want: “Wer eine Kerze hält und vor dem Wind schützt, hat keine Hand frei um Steine zu werfen”. Dan weet je ook wat je moet doen als de politie met stenen verwelkomt dreigt te worden.

Ben je naar de KERK geweest, ben je getrouwd voor de KERK, vanuit de KERK begraven etc.? Zo vermijden we ’t over GOD te hebben. Ooit merkte iemand op: “Ben je bang voor God?” Bang? Hoezo? Nou ik hoor nooit dat jullie hem noemen in een gesprek. Je zwijgt hem dood.

H. Berger waagt het een boek Over de dood heen: filosoferen over eeuwig leven te schrijven. Waagt, want, zegt Jan Greven: “overtuigend is zijn boek alleen voor degene, die bereid is met hem in de koets van het immanentie/transcendentie denken te stappen.”
E. Rosenthal schrijft:
Als je dan soms eenzaam rouwt,
Omdat het leven sterfelijk blijkt
Rust diep in ons hart dat oervertrouwen,
Dat sterven juist tot leven leidt.

Opstanding
Jullie vragen
hoe is de opstanding der doden?
Ik weet het niet
Jullie vragen
wannéér is
de opstanding der doden?
Ik weet het niet.
Jullie vragen
kómt er wel
een opstanding der doden?
Ik weet het niet
Jullie vragen
komt er dan géén
opstanding der doden?
Ik weet het niet
ik weet alleen
waarnaar jullie niet vragen:
de opstanding van hen die léven
ik weet alleen
waartoe Hij ons roept:
tot opstanding vandáág en nú
(Kurt Marti).

Henk Bloem, pastor

Meer verdiepingen in de lezingen van deze zondag: lees hier.