Is het: het beloofde land of liever het land van belofte?
Dat is een groot verschil. Het eerste lokt natuurlijk politieke rivaliteit en erger op – Israël met/tegen de Palestijnen: Hoezo “door God aan ons/aan jullie beloofd?” Is God landmeter of verpachter? Met “het land van belofte” (Genesis 12,7;15.18: 17,8 etc.) zeg je dat de beloften nog ingevuld moeten worden, dat de mensen het nog waar moeten maken. Columbus schreef in 1492: “De nieuwe wereld is een land om naar te verlangen, en het eenmaal gevonden hebbend, nooit meer te verlaten.”

Abraham verbrandt alle schepen achter zich
Hoe bereid zijn we nog om weg te trekken, te veranderen van levensstijl, levenspeil? Hoeveel mag het ons kosten?

In beweging komen
Een roep klinkt: Kom verlaat het land, sta op uit stilstand,
Doorbreek de weerstand, geef het leven uit je hand.
Het water uit mijn ogen stroomt, het geeft zich over aan de zee
En die
Die neemt mij met zich mee
(Mieke Mes, in: Dansen in pastel, 1993)

Huisgod
De God van vader en moeder had geen huis
zoals bij onze bovenburen
waar hij open en bloot boven het dressoir hing dood te gaan.
Zo’n kruis heet crucifix, zei vader en is uitsluitend katholiek.
niet voor de onzen.
Maar hoe ziet onze God eruit? Dat weet ik niet,
antwoordde mijn vader naar eer en geweten.
‘Ik werd zwaar ziek en buurvrouw bad voor mij, zij bracht
mij schoolboekjes uit haar jeugd
Voor het eerst zag ik de hemel zuurstokroze
Mijn besluit stond vast: ik wilde katholiek bekeerd.
Mijn vader reageerde gechoqueerd: wat of ik dacht?
Ik wilde voor God een huis, een lichaam, een gezicht.
Maar God, volgens mijn vader,
hoefde niet ingericht. Hij woonde in ieder van ons,
Moederziel en heel alleen.
(J. Bernlef)

In ons regenachtige land vergeten we soms hoe belangrijk water is. De krant vertelt van twee pubers die door uitdroging zijn omgekomen in de Zuid-Limburgse mergelgrotten. Water en leven gaan hand in hand. Franciscus zingt van zuster water, dat utile e umile is (nuttig en zonder eigen belang). Zonder water geen paradijs (Genesis 2,10), geen Nieuw Jerusalem (Apocalyps 22,1), geen steppe die bloeit (Jesaja 35,1), geen helder water is Gods wet (Psalm 19) en de rabbijnen trekken dat door naar leerlingen die de Thoralessen van hun leraren opslurpen.

Rond ‘t doopwater zongen we in de Paasnacht:
Christus is voor ons de Bron
bron van levend water
opdat wij leven.
Christus in ons de bron
Murmelend en zingend,
Kom naar de Vader.
In: God is groter, blz. 237

Philip Larkin
“Als ik erbij geroepen werd om een religie op te zetten
zou ik daar water voor gebruiken.
Om bij de kerk te kunnen komen zou men door water moeten waden
Naar droge nieuwe kleren.
Mijn liturgie zou beelden van onderdompeling bevatten,
Een woest en vroom doordenken.
En ik zou een glaasje water heffen waar licht uit alle hoeken
tesaam zou komen, eindeloos.”

(Ene) Zuster Adelheid
Leer me weer hongeren naar U en ledig zijn
van al wat Gij niet zijt.
Leer me weer drinken aan uw bron en dorsten
naar uw zaligheid.
En laat het al mij niets meer zijn
opdat de ruimte van ontvankelijkheid
vervuld mag worden met uw heerlijkheid.

Gerrit Kouwenaar legt verantwoording af
Misschien te lang om hier helemaal te citeren. Maar hij begint en eindigt met:
“Ik heb nooit naar iets anders getracht dan dit:
Het zacht maken van stenen
Het vuur maken uit water
Het regen maken uit dorst.
Het regent, ik drink, ik heb dorst.

Henk Bloem, pastor

Meer verdieping in de lezingen van deze zondag: lees hier.