Onderstaande brief (ingekort) is van een vroegere parochiaan in Zeist, nu Hagenees. Ze sluit aan bij onze ervaring, en de 2e alinea laat zien hoe belangrijk die ervaring is: “In 1982 kreeg de Nijmeegse hoogleraar Edward Schillebeekx de Erasmusprijs voor theologie overhandigd door prins Bernhard. Ter gelegenheid daarvan verscheen het boekje: “God is ieder ogenblik nieuw”, bestaande uit gesprekken van Huub Oosterhuis en Piet Hoogeveen met Schillebeekx.
De laatste zegt: “Je kunt vandaag alleen geloven wanneer het klikt tussen je eigen menselijke ervaring en wat we in de bijbel zien beschreven. Geloven op gezag is sinds de verlichting niet meer mogelijk.” Blijkbaar is ontwikkeling alleen denkbaar als je bereid bent te werken met de stof. Dat heeft Oosterhuis zijn leven lang in volle vrijheid gedaan.
Hiermee staat in schril contrast de houding van de onvrije Nederlandse bisschoppen, die voor Oosterhuis geen uitdaging meer waren. Als hoeders van de traditie onderwerpen zij niet alleen zichzelf aan de geloofsklem maar ook hun priesters en diakens. Zij vinden nog steeds dat de liederen van Oosterhuis (“Laat mij maar zingen”) te horizontaal en te weinig verticaal zijn. Mede hierdoor zijn de bisschoppen steeds verder weggedreven van de nog resterende praktiserende katholieken; maar ook maatschappelijk zijn zij uit beeld verdwenen. Als je rijdt met de handrem aangetrokken, kom je niet ver en ontstaat er alleen maar schade”. (Henk Bressers Den Haag).
Zeven diakens (zie Handelingen 6,3)
Er gingen zeven diakens de wereld in; hun namen zijn nauwelijks nog bekend.
Ze zwierven door de gehuchten van het land, in een uithoek van de wereld;
Ze hebben niet voor wereldnieuws gezorgd.
De eerste heette Stefanus, Hij bezat de gave goed en kwaad te onderscheiden
en daar meeslepend van te getuigen .
“Het is een duivel” zeiden zij die hoog gezeten waren,
Maar die geen steen hadden om hun hoofd op neer te leggen,
zeiden: “Kijk, God.”
De tweede heette Filippus, hij leurde met een vreemd geloof:
Jezus Christus en die gekruisigd.
‘Dwaasheid’, zei de wereld. Maar zij die het genot
Van de overgave hadden gemaakt, zeiden: “Kijk, God.”
De derde heette Próchorus, zijn sandalen versleten
Door veelvuldig ziekenbezoek. De gezonden hadden geen boodschap aan hem.
Maar de kreupelen en de blinden, die zich in zijn nabijheid
Beter voelden dan ooit,
Zeiden: “Kijk, God.”
De vierde heette Nikànor. Kon hij wonderen doen?
Die leefden in overvloed, zeiden van niet. Maar allen die met hem de kruimels deelden,
En toch verzadigd raakten,
zeiden: “Kijk: God.”
De vijfde heette Timon. ‘Hij kan niets”, riep de wereld.
Hij kon ook niet zoveel. Hij kon in ’t alledaagse, het doodgewone,
De hand zien van God, meer niet.
Hij kon bijvoorbeeld een kind zien en
Zeggen: “Kijk, God.”
De zesde heette Parmenas. In al het menselijk gepraat over God
Kon hij onderscheiden wat echt en onecht was.
Gedweep en gebral, zogenaamd in naam van God,
ontmaskerde hij; hij verwees het naar de hel.
Maar waar sprake was van stille trouw,
zei Parmenas: “Kijk, God.”
De zevende heette Nicolaus, een stotteraar die sprak over God
die verschenen zou zijn in Jezus Messias. Geen theoloog van naam
die hem verstond. Maar waar ter wereld hij ook kwam,
doven en slechthorenden verstonden hem,
en zeiden: “Kijk, God.”
Er gingen zeven diakens de wereld in
Ze hebben voor goed nieuws gezorgd
Niet voor wereldnieuws?
Uit de verhalenbundel van Graas Teuben:
Eén beeldje in het Catharijneconvent spreekt mij zeer aan. De beeldhouwer heeft dat goed vormgegeven. Twee personen houden elkaar vast en je kunt niet zien wie van de twee nu degene is die problemen heeft en geholpen moet woorden.
Onze bijbel en later ook onze kerk – of beter kerken –, geeft talloze verwijzingen en voorbeelden van diakenzijn, diakenschap, diaconie. Te veel om op te noemen. Zou de moeite waard zijn daar eens een meer aandacht aan te besteden. Veelal wordt diaconie verstaan als: Hulp aan wie arm is, niks heeft…als eenrichtingverkeer. Voor nu sluit ik af met een citaat van een Aboriginal vrouw: “Als je bent gekomen om mij te helpen dan verspil je je tijd. Maar als je bent gekomen omdat jouw bevrijding verbonden is met mijn bevrijding laten we dan samenwerken.”
Henk Bloem, pastor
Meer verdieping bij de lezingen van deze zondag: lees hier.