In de evangelielezing ligt deze week o.a. de vraag besloten naar de betekenis van het fysieke gebouw waarin we samenkomen en wat we beschouwen als het Huis van God; wat is de betekenis daarvan?
*Jezus’ reactie is nogal heftig. Waarom wordt hij zo kwaad? Is dat misschien tegen de achtergrond van o.a. het boek Spreuken (29.18): “Als ‘t visioen verdwijnt, verwildert het volk.” Zou Jezus beseffen dat de ontheiliging van de tempel, van de heiligste plek leidt naar een totale verwildering? Als de tempel, het symbool van “God-met-ons” verdwijnt, er niet meer toe doet, dan verwildert het volk. Dan mag voortaan “alles” want “ ‘t Maakt toch niks uit”. De tempel glijdt steeds verder van “huis-van- God” weg. (NB Het voert te ver en dit is niet de plaats om hier D. Bonhoeffer met o.a. zijn boek: ’Verzet en overgave” in te brengen.. )
*In 1999 werd ingebroken in de rk kerk te Leusden. De inbreker werd gepakt en voor de rechter geleid, die oordeelde: ”Een kerk is een soort bedrijfspand” en veroordeelde de dief tot 2 maanden opsluiting. En dan denk je: “Nou ja.” De officier van justitie vroeg echter 3 maanden opsluiting omdat de kerk zijns inziens een soort woning is. En, zegt hij: “als zelfs een kerk niet meer heilig is, waar gaat dat naar toe?”
*Dagblad Trouw (22-2-24) schreef met grote kop: “Duitse bisschoppen: Europa drijft weg van pacifistische idealen”. De woorden “drijft weg” pakken hetzelfde probleem op dat in de verschuiving van “bedrijfspand” of “een soort woning” zit. En dreigt ook te eindigen in: ‘Maakt toch niks uit; is maar een hoop stenen.” Zou Jezus zo’n vervlakking voor zich zien? En is wat hij zegt/doet een tegenwicht tegen deze tendens? Brengt hij zo’n tegenwicht? Zoals iemand na een aantal: “ze krijgen elkaar toch” – romannetjes wel eens iets substantieels wil lezen iets wat voedsel om te leven, voedsel voor de ziel is..
*Een leraar die een vlot van plastic flessen bouwt om Russische literatuur naar Gaza te brengen wordt onderschept en opgepakt. Al gauw zegt men: “Die hebben helemaal geen boeken nodig”. “Nee”, zegt een ander, ”die hebben juist veel boeken nodig; Misschien nog wel meer dan brood .”
*Schrijver J.W. Otten meent: Hoe groter de zorgen, des te vitaler de boekenliteratuur. Niet omdat het je helpt vluchten, maar omdat het je sterkt.
Mahatma Gandhi meent dat christenen een geschrift hebben dat genoeg dynamiet in zich heeft om een hele beschaving aan stukken te blazen, de wereld op de kop te zeten en vrede te brengen in een verscheurde wereld.
* Een kind zei: “God, ik heb uw boek gelezen’
Vind het heel mooi.
Hebt u nog meer geschreven?
*In deze maanden kent de islam ook meerdere ‘bijzondere dagen’. Het zou mooi zijn als we niet langs elkaar heen stommetje spelen maar samen optrekken. Eén voorbeeldje: De wijzen uit het Oosten ”gaan langs een andere weg naar hun land terug te gaan” (Mat 2.12) . Bij Moslims zien we dat zij aan het eind van de Ramadan handen geven en dan “langs een andere weg naar huis terug te gaan.” Bijzonder he? Dat zij en wij blijkbaar een zelfde ritueel kennen? Het ritueel is gelijk maar het motief van de moslims is veranderd. Zij, de moslims, zeggen: ‘dat doen we om op die terugweg mensen te ontmoeten die we op de heenweg gemeden hebben”. Een sociaal- meer nog gelovig- motief. Bij ons heb ik dat nooit zo gehoord (wij hebben trouwens er helemaal geen ritueel aan over gehouden). Als die “verbroedering” de uitkomst van de vasten/ramadan is—dan mogen wij wel “dank je wel” tegen hen zeggen. Jammer dat de geschiedenis ons meer tegenover elkaar gezet heeft dan naast en mét elkaar.
* Voor wie Duits leest: ik heb een paar kruiswegboekjes van Misereor (Duitse Vasten -actie) met een: Kruisweg voor volwassenen. Op de begeleidende folder zeggen ze: Wij moeten kleur bekennen: Horen we Gods stem nog in de schepping? Of Is ze ‘een ding’ geworden. …is dat niet dezelfde vraag die we bij het woord “afglijden” hadden”.
Emeritus-pastor Henk Bloem